7
op Lillo te bereikenen daardoor de geheele insluiting der
Ilollandsche krijgsmacht te voltooijen.
Slangenburg en Tilltmet verscheidene hunner Officieren,
rijden legen het middaguur het front van het kamp en de
voorliggende posten langs, toen zij, voorwaarts van den
linkervleugel, eene afdeeling Fransche dragonders ontwaren,
en daardoor het eerst de omtrekkende beweging des vijands
ontdekken. De wacht, op den toren te Enkeren geplaatst,
bericht te gelijker tijd, dat men over de heide eene sterke
vijandelijke macht ziet trekken waarvan de voorste afdeelingen
reeds te Cappelle zijn.
Obdam krijgt tijding van het gevaar dat hem bedreigt
van 's vijands nabijheid. Ijlings komt nu in het Ilollandsche
leger alles onder de wapenenen in haast worden de
maatregelen beraamd en de bevelen gegeven, die dienen
moeten om den aanslag van Boufflers te verijdelen. Er
wordt besloten, tot het onverwijld opbreken van het kamp,
en het terugtrekken op Lillo. Om dien terugtocht te ver
zekeren worden twee regimenten dragonders afgezonden ten
einde het dorp Hoeven te bezetten; terwijl twee regimenten in
fanterie van Saxen-Golhaonder den Generaal Scuuijlenburg
naar het gehucht Muijsbroek trekken nabij Hoeven ge
legen ten einde in verband met de dragonders den af
tocht van het leger te beschermen, en daarna de achterhoede
uit te maken.
Maar het in slagorde stellen en in marsch brengen van
een leger was toen ter tijd eene handeling, die nog al tijd
kostte, dit was ook hier het geval; en eer nog Obdam zich
in beweging kon stellenom over Hoeven langs den kortsten
weg op Lillo terug te trekken, bleek hel, dat de vijand
leeds meester was geworden van dien weg. De dragonders,
te naauwernood te Hoeven aangekomen, worden daar door
de troepen van Boufflers aangevallen en uit het dorp ge
worpen. Scuuijlenburg komt niet eens te Muijsbroekmaar
vindt dat gehucht reeds bezet door den vijanddie bevelheb
ber oordeelt de aldaar geplaatste Fransche macht zoo sterk