70 naar Orderen geleidt. Te Wilmerdonkwaar de eene tak van den Sc/iefeie-dijk naar het fort St. Philippe voert en de andere naar Orderenliet men artillerie onder den Ko lonel Veuschuir achter, om meester te blijven van dit punt, en door geschutvuur elke vijandelijke macht terug te drijven die langs den Sc/mMe-dijk op Wilmerdonk zou willen ruk ken. Obdam zet met ruiterij en de twee hataillons infanterie den tocht voort naar Orderen; het gelukt hem, de Fran- schen daaruit te verdrijven en een oogenhlik weer meester van dal dorp te worden. Spoedig echter wordt hij door de balaillons van Boufflebs daar weêr uitgeworpende Hollan ders hebben op dit punt ook slechts eene geringe sterkte daar het grootste gedeelte hunner macht nog opgehouden wordt door eene menigte wagensdiein weerwil dal reeds 's ochtends te voren het voornaamste gedeelte van den le gertrein naar Bergen op Zoom was gezondente Eekeren waren gebleven en nu den dijk bij Wilmerdonk versperden. De Franschcn te Orderen, steeds in getal toenemende, be palen zich niet tot het bezeilen van dat dorpmaar rukken vooruit en willen ook Wilmerdonk bemachtigen; hier echter worden zij tegengehouden door het krachtige geschutvuur dat Versciiuir op hen richt, en gedwongen op Orderen terug te gaan. Dat verlies van Orderen brengt een oogenhlik van ver warring bij het Ilollandsche leger te weegdie noodlottig wordt voor de eer van den Hollandsehen veldheer Obdam verlaat als vluchteling zijne soldaten; hoe of waarom, dat is niet duidelijk; het waarschijnlijkste is, dat hij, voor wien het krijgsgewoel anders toch niets nieuws wasen die eene lange en tot dien tijd toe eervolle militaire loopbaan had afgelegd, hier alle tegenwoordigheid van geest, alle beradenheid verloor, en in zijne wanhoop zich voorstelde dat liet gchecle leger reddeloos verloren wasde onge lukkige bedacht niet, dat het in zulk een geval voor een veldheer plicht is, met het leger verloren te gaan, en niet op eigen behoud te denken. Hij verlaat den dijk bij Wil-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1856 | | pagina 162