77
merdonk, hij rukt hel veldleeken van zijn hoed, dat de
Hollandsche troepen onderscheidt, hij dringt door de F'ran-
sche soldaten heen, achter Eekeren, achter Cap-pelleen,
spoorslags over de heide rennende, komt hij te Breda, van
waar hij aan de Staten-Generaal meldt, dat hun leger ver
loren is, en hij alleen overblijft om het te melden. De
■lobsbode verspreidt een oogenblik schrik door hel land; maar
spoedig komt de mare, dat het Hollandsche leger niet ver
loren niet geslagen ismaar dat liet door dapperheid
herstelde, wat de zwakheid des veldheers had bedorven.
Aan Slangenburg die na het verdwijnen van Obdam het
opperbevel over het leger op zich had genomenkomt de eer
toe van die uitkomstte heilrijker en schitterender naar
male zij minder voorzien is. Die Hollandsche Generaal had
de regimenten aangevoerd, die, in en om Eekeren, het
hoofd boden aan den van [loeven en Cappelle oprukkenden
vijand. Een hevig en langdurig gevecht was hier ontstaan
waarbij de Franschen van lieverlede veld wonnen, in Eekeren
doordrongenen ten laatste de strijd hoofdzakelijk gevoerd
werd op en nabij den dijkdie van Eekeren naar Wilmerdonk
geleidt. Aan uitstekende aanvoerdersaan dappere soldaten
ontbrak het hier den Hollanders niet; hijzonder wordt Fagel
geroemd, die, aan het hoofd zijner regimenten, als de dap
perste soldaat streed, en eervolle wonden in dien strijd
ontvingtwee Hoofd-officieren, de Kolonels Pallandt en Baudits,
werden gekwetsten onder de korpsendie hier het hevigste
van den strijd doorstonden en de meeste verliezen leden
worden genoemd de regimenten van de Generaals Fagel en
Fbiesheym, dat van Nassau-Wallon, en een Munstersch re
giment van den Generaal Elberfeldt.
Slangenburg hier moedig den kamp volhoudendezond
naar de zijde van Wilmerdonk aan Obdam, om nadere bevelen
en voorschriften. In stede dier bevelen komt de Generaal
Tilly de aanvoerder der ruiterijbij Slangenburg en meldt
hemdat de opperbevelhebber gedood of gevangenten
minste verdwenen is; dat de vijand, door het hernemen