80 echter Orderen, en vallen dat dorp van ter zijde en van achteren aan. Van de zijde van Wilmerdonkop den dijk, heeft eerst de Hollandsche artillerie haar vuur op Or deren, geopenden daarna is de groote stormkolonne met snelheid voortgerukt. Slangenburg, Tilly en Hop zijn aan het hoofd; met onstuimigheid wordt de vijand aangevallen; in één oogen- blik is Orderen veroverd; vier stukken geschut, vroeger aldaar verlorenworden hernomen en van den vijand valt een vuurmond met verscheidene vaandelsstanderds en ke teltrommen, en een aantal gevangenen in handen der over winnaars. Boufflers doet geene poging om Orderen te hernemenzijn leger verlaatin verwarring en als geslagen het slagveld. Het Hollandsche leger, de wapens in de hand, brengt den nacht te Orderen door; en wordt daar nog ver sterkt door eenige bataillonsdie Coehoorn van de overzijde der Schelde met vaartuigen ter hulp afzendt. Met het krieken van den volgenden dag wordt de marscli voortgezet naar Lillowaar men ongehinderd aankomt, zonder dat van 's vijands zijde de minste poging wordt aangewend om dien terugtocht te beletten. Een paar duizend man aan doodengewonden en gevan genenis het verlies, dat waarschijnlijk door ieder der strij dende legers is geleden; natuurlijk dat die verliezen zeer verschillend zijn voorgesteld geworden, en vergroot of ver kleind, naar mate van de partijdige gezindheid der verhalers. Die wederzijdsche overdrijving is eene gewone handeling bij alle opgaven van veldslagen en gevechten; zij is gedu rende den oorlog zeiven te begrijpen en te verdedigen, als een middel om het zelfvertrouwen en den moed van het algemeen te vermeerderen; maar bij latere schrijvers, die zich geenszins op zulk een reden ter verschooning kunnen beroepen, is die opzettelijke afwijking van de waarheid eene handeling, die, ook om hare kleingeestigheidstrenge af keuring verdient. Even als over de verliezenheeft men er over getwist wie of bij Eekeren de overwinnaar is geweest. Let men alleen

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1856 | | pagina 166