88
vrijheid. Zijn oudste, Willem Lodewijk, later de regterhand
van Maurits werd door een' kanonskogel zoodanig verminkt
dat hij al zijn leven kreupel ging; twee andere verloren het
leven in den strijd tegen de gehate Spanjaarden. En Willem
van Oranje de grondlegger onzer vrijheidhij wien de
tijdgenoot den eernaam gaf van vader des vaderlands hij
wien de nazaat en de dankbare nakomelingschap standbeelden
in Neêrlands hofstad oprigttehij werd het slagtoffer van
een' door Spanje omgekochtcn sluipmoordenaar wiens ge
slacht tot den adelstand verheven werdook hij stierf voor
het vaderland, en riep stervende uit en stervende huichelt
men niet »BIijn God.' mijn God! ontferm u over mij en
over uw arm volk
Naar waarheid zong Neêrlands grootste dichter van
Willem van Oranje
«De glorie van zijn stam en Neórlands dierbre Vader
»Wien God, en niets dan God in 'tvredig harte lag;
«De Zwijger StaatsmanVorsten Oorlogsman te gader
«Maar Christen in 'tgemoed, in wandel, en gedrag.
«Die alles onderstond voor 'thandenvrij geweten;
«Geen zucht voor Grootheid had, maar Waarheid, maar Geloof,
«En, daar hij 't Vaderland ontweldigde aan de keten,
Zich-zelf en al zijn bloed blijmoedig gaf ten roof."
Wie zou na den rampzaligen dood van Willem I, die de
ziel was geweest van den wettigen opstanddie door zijne
schranderheid en diepe staatkunde de dikwijls wijd uiteen-
loopende bijzondere belangen en bedoelingen ten nutte van
het algemeen welzijn, had weten te leiden en te besturen
de teugels van het bewind in handen nemen wie zou ze
met eene krachtige en vaste hand voeren in een' tijd dat
de geduchte Prins van Parma met beleid en veerkracht de
zaken van Spanje in Nederland voorstond Men wendde zich
lot Engelanden Koningin Elizabetu zond ons den Graaf van
Leicester als Opperlandvoogd een zedeloos mandie onbe
dreven was in staatszaken, en geen andere verdiensten bezat
BulderdijkKrekelzangen I bl. 139.