91 hebben Naauwelijks waren wij de geduchte oorlogsroede ontwassen; naauwelijks begroette de liefelijke vrede onzen geboortegrond, of de vroegere eendragt maakte er plaats voor tweespalt. Eene aristokratische factie, naijverig op eigen gezag, zocht haren invloed meer en meer uit te breidenen dien van den jeugdigen Willem II te vermin deren. Weldra beheerschte zij het maglige Holland, en begon zij hare magt te gebruikena om aan alle provinciën de wet te stellen, tegen de veiligheid van den staat, de waardigheid van bet stadhouderlijk gezag, en den aard van het gemeenebest." Dit kondit mogt niet worden ge duld. De wakkere Willem II, die zich reeds op het oor logsveld voordeelig onderscheiden had, die voor zijne voor ouderen niet behoefde te wijken in uitmuntende hoedanigheden en die, zoo bij langer geleefd had, gelijk zelfs een zijner tegenstanders getuigdede bekwaamste van zijn geslacht zou geworden zijn; de wakkere Willem II kon door minnelijke onderhandeling niets uitrigten; met geweld moest bij den overmoedigen trots der arislokratie fnuiken, haren heilloozen invloed beteugelen. Hierdoor handhaafde hij de eenheid der Republieken redde het vaderland. Helaas In den bloei zijner jaren werd hij op het on verwachtst uit liet leven gerukt. Zijn dood was een ramp voor Nederlanden deed de heilzame werking van zijne handelingen verloren gaan. Doch zijne tegenstanders juichten. Nu bad men niemand meer te vreezen; nu kon men afbreken, wat met zoo veel moeite opgebouwd was; nu bad men geen stadhouder, geen krijgshoofd meer noodig; nu kon het leger verzwakt, ontzenuwd worden. En wat was er het gevolg van? In den tijd, dat de Trompen en de Ruïters de schrik waren van den Oceaan; in den tijd, dat het trotsche Albion voor Chatham vernederd werd in dien lijd moest men van l*; Grobn van Ï'rinstbbbr Geschiedenis van het Vaderland, bl, S87. (f) Jan de Witt,

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1856 | | pagina 177