92
een' Franschen dwingeland 6000 man afsmeeken, om een
Munsterschen Bisschop te weerstaan, die in ons land brandde
en blaakte, de weerlooze ingezetenen uitplunderde, en bun
zware geldsommen afperste. En dit gebeurde in die roemrijke
dagen van Jan de AVitt, die nog altijd door niet weinigen
beschouwd svordt als een nooit volprezen staatsman, wiens
stelsel nog moest gevolgd wordenom het vaderland in eer
en in aanzien te doen stijgen. Verre zij het van mijom
den Raadpensionaris van onedele gevoelens te verdenken;
verre zij bet van mijom geen hulde te brengen aan zijne
groote bekwaamhedendoch dit durf ik staande te houden
dat zijn stelsel niet deugdeen dat bet 't vaderland aan
den rand des verderfs bragt. Wat toch hebben de roemrijke
feiten van onze wakkere vlootvoogden uitgerigt; wat heeft
het geholpen, dat zoo vele brave Nederlanders in de zware
en telkens herhaalde zeeslagen den dood hebben gevonden?
Jaroem hebben die dapperen verworvendoch tot tweemaal
toe heeft Nederlanddoor bewerking van Jan de Witt, een
vrede gesloten met Groot Briltanjezoo vernederend, als of
er gee» Trompen en de Uuïters geen Evertsens en van Galens
geweest waren. En waarom? Omdat hij noodig oordeelde
den vrede te sluiten, voor het nog lijd was, dewijl een
langere duur van den oorlog den Prins van Oranje misschien
tot de waardigheden zijner vaderen zou brengen. Naar de
meening van den Raadpensionaris was geen uitstekend Hoofd
op den duur vereenigbaar met het wezen der Republiek.
Zoo is de mensch In naam bestond er geen hoofd van den
staat; doch feitelijk was Jan de Witt het zelf. Ingenomen
heid met eigen' begrippen deed hem uit het oog verliezen dat
een bijzonder persoonhoe bekwaam ookgeenszins die
waarborgen van orde, rust en veiligheid schenken kan, als
een vorstelijk geslachtwaaraan het volk door oude her
komsten en geschiedkundige herinneringen gehecht is. De
oorlog met Munster had hem de oogen nog niet geopend;
hij bleef denzelfden weg volgen. En met welke uitkomst?
De tweedragl werd gevoed; het leger, zonder hoofd en