streefdedat hij het heil des vaderlands boven persoonlijk
belang stelde. Plegtig verklaarde hij aan de Staten-Generaal
dat er onder de gestelde voorwaarden niet één punt was
'twelk hij zou aannemenen dat men zich liever aan stuk
ken behoorde te laten houwen, dan zulke voorwaarden om
helzen. Den Engelschen gezanten die hem telkens betoogden,
dat de Republiek verloren was, gaf hij ten antwoord: nik
ziedat zij in groot gevaar isdoch ik ken een zeker mid
del, om haren ondergang niet te aanschouwen: het sterven
bij de verdediging der laatste gracht." Wat zou er van
ons vaderland geworden zijn, zonder een' Willem III? Denkt
om die schandelijke en gruwelijke brand- en moord-tooneelen
welke de Fransehen te Zwammerdam en Bodegraven aan-
rigttendenkt aan de verguizing van alle menschelijkbeid
zoo wel, als aan de schending van alle volksregtenwaaraan
dit wufte volk en zijne geweldenaars zich steeds hebben
schuldig gemaakt. De nooit volprezen Willem III redde ons
van de Fransche tyranny.
»Een Willem is 't op nieuw, een Willem van Oranje,
»Voor wien de dwinglandijgelijk het oproer, beeft.
»Die Frankrijk siddren doet, gelijk zijn vadreu Spanje,
»En 't waggelend Euroop zijn evenwicht hergeeft."
Dus zingt een onzer dichterenen te regt. Aan zeldzame
gaven en uitgebreide kennisvastheid van wil cn veerkracht
van ziel parende; groot als vorst, staatsman en veldheer,
beschermde en handhaafde hij steeds met onvermoeiden ijver,
heldhaftige kloekmoedigheidongekreukte standvastigheid en
wonderlijk beleid de vrijheid van Europa, op den duur door
Frankrijks heersclizucht bedreigd. Aan den berden Willem
heeft Engeland het te dankendat zijne godsdienst en vrij
heden ongeschonden zijn bewaard gebleven. Onder den
derden Willem steeg ons vaderland tot een' vroeger nooit
(*j Da Costa,