99
begonnen de godsdienst en de zedelijkheid te ondermijnen;
reeds had de welsprekendste van alle drogredenaarsde thans
nog door menigeen bewonderde Jean Jacques Rousseau, de
leer der volks-souvereiniteit gepredikt. Zijne hersenschimmen,
met zelfvertrouwen en krachtin een1 wegslependen stijl
voorgedragen, hadden overal een1 bijna onverdeelden bijval
gevonden. Zonderling! Men dweepte met de grondstellingen
van een mandie de maatschappij wilde hervormen en die
het familie-leven, den grondslag van een1 goed ingerigten
staat, miskende of niet begreep. Men dweepte met de
utopiën van een1 man, die de wereld verkondigde, hoe men
zijne zonen moest opvoeden, en die zelf, de heilige banden
des huwelijks verzakende, zijne kinderen naar het vondelings
gesticht bragt, zonder er verder ooit naar om te zien. En
toch Zijne hersenschimmen wilde men verwezentlijken. Ook
in ons vaderland, waar reeds gedurende het tweede stad
houderloze tijdperk alle oorspronkelijkheid in de letterkunde
was verdwenen, en navolging der Franschen in letteren en
zeden den toon gaf; waar Fransche geest en denkwijze de
hoogere standen had doordrongenen deze aan de vreemde
spraak de voorkeur gaven boven de moedertaalwaar men
hoog was ingenomen met al wat op Fransche leest was ge
schoeid, en met minachting neerzag op al wat Nederlandsch
was; ook in ons vaderland vond de zoo hoog gevierde
Jean Jacques lal van bewonderaars. En toen men in Frank
rijk den troon der Bourbons plaats had doen maken voor de
leer der vrijheid, gelijkheid en broederschap; toen men het
hoofd van een1ja zwakkendoch edelaardigen Koning op
het moordschavot had doen vallen: toen werd ook de
steeds zoo geroemde Ilollandsche degelijkheid medegesleept
door den tuimelgeest der omwentelingtoen wachtte men in
ons vaderland alleen heil van de Franschenvan dezelfde
Franschen, die ons lot tweemaal toe aan den rand des ver-
derfs hadden gesleept, en tegen wier tyrannij men vroeger
den kinderen reeds een1 onverzoenlijken haat had trachten in
te boezementoen wachtte men alleen heil van
T