109 Gezwegen nog van de groote belangstelling, die 'zulk een tooneel op zich zelf reeds verwekken moet, de opmerkzaam heid des toeschouwers zou hier nog bijzonder levendig ge troffen zijn door het merkwaardig contrastdal zich in de houding van den eenen veroordeelde en in die van zijne lotgenooten openbaarde. Terwijl namelijk de donkerbruine gelaatstrekken der Guerilla's eene uitdrukking aannamen waarin zich onbuigzame moed en onuitwischbare haat ver mengden, leverde de persoon en het gedrag des anderen een schouwspel op, dat in dc Jaarboeken van 't Schiereiland als zeer zeldzaam aan te mérken is. Zijn aangezigt was wit van vrees; de angstdroppelen, die uit zijne poriën geperst werden, stonden in groote parels op zijne slapen en zijn voorhoofd; zijn gansche gelaat was stuipachtig vertrokken, en hadde hij niet bereids geknield gelegenhij zou zeker ter aarde gevallen zijn. Hij bad luide en zonder ophouden om genadeen wendde zich smeckend tot allendie hem hooren kondenvan den bevelvoerenden Officier af tot aan den trompetter, die den troep begeleidde. Zijne ongeiuks- genooten deden als sloegen zij hoegenaamd geen acht op zijne tegenwoordigheid een scherpzinnig opmerker zou ech ter uit hunne houding gemakkelijk opgemaakt hebben, dat zij zich door het lafhartig gedrag huns makkers in de oogen hunner vijanden vernederd waanden. Twee dagen te voren hadden dc Franschen van Burgos, waar zich het hoofdkwartier van hun regiment bevond krijgsvoorraad naar het garnizoen van Valladolid geëscorteerd. Bij die gelegenheid hadden zij aan dezelfde venta halt ge houden, om zich te verfrisschen en gedurende de grootste hitte van den dag in de schaduw uit te rusten. Toen zij zich hij die gelegenheid gereed maakten om hunnen marsch te vervolgenen hunne vertering betaaldenschimpte de Sergeant over de slechte hoedanigheid van den wijnwaarop zij onthaald warenen riep hij den waard op half lagchendeu toon toe Zorgdat gij wanneer we overmorgen weêr naar Burgos terugkeerenons wat beters vóórzet dan die zure

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1856 | | pagina 195