no kostwaarmeè ge ons heden bedrogen hebtwe mogten u anders voor eenen rebel houdendie de troepen des Keizers vergiftigen wilen u een vonnis makendat tame lijk afdoend zou uitvallen." Weinige minuten later was toen het detachement vertrokkenen op den avond des volgenden dags gaven zij aan den Kommandant van Valladolid de hun toevertrouwde munitie over. 's Anderen daags zaten zij vroegtijdig weer in den zadel om naar Burgos terug te ke'e- ren. Zij waren in't vroege morgenuur vertrokken, omdat Kapitein Dubois, de bevelvoerende Officier, den weg op één dag afleggen wilde, die er hun te voren twee gekost had, dewijl toen de wagensdie zij escorteeren moestennatuur lijk den marsch zeer vertraagden. Dientengevolge kwamen zij bij de herberg aanvoordat nog de zon haar hoogste punt bereikt had, en volgens gewoonte hielden zij daar wéér rust, om, door de schaduw verkwikt, gedurende de koelte van den namiddag den verderen togt te volbrengen. Zij hadden nog verscheiden mijlen af te leggen, alvorens zij Burgos hereiken kondendoch indien zij er nog twee uur van den nacht aan knooptenkonden zij toch na de genoten ver kwikking hun oogmerk nog hereiken. Nadat zij nu vóór de ventu halt gehouden hadden en de Officier afgestegen wasriep de Sergeant den waard toe dat hij de plaatsdeur openen zou, om hel detachement binnen te laten. Geen antwoord. Hij steeg afen trad het huis in; de waard echter, die gewoonlijk de eenige be woner was, liet zich nergens zien. Nadat men hem te vergeefs zoo binnen als buiten het huis geroepen had, liet de Sergeant zelf de troepen binnendienadat zij in weinige minuten hunne paarden onder het afdak aangebonden en van voeder voorzien haddenhun honger en dorst uit den rijken voorraad, dien zij vonden, stilden en zich met de wijsgeerige opmerking troosttendat zijindien de waard niet te huis bleef om zijne belangen te behartigen, daarom toch geen reden hadden om onverschillig te zijn omtrent de belangen hunner magen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1856 | | pagina 196