in
Eenige uren later zat een twaalftal van degenendie
zonder juist dronken te zijn toch allengs de hoogte kregen
om een lederen wijnzak geschaardzij zongen een vrolijk
liedwelks refrein la belle France en den roem van 't groote
leger gold, toen hun gezang plotseling afgebroken werd.
5Ien hoorde het geraas van krakende balkencene soort van
gevlochten schot boven de kamer waar zij zatenbrak plot
seling, en een man stortte hals over kop te midden van den
verstomden groep. Zijne verschijning was zoo plotseling
dat zij aanvankelijk veel van eene gewelddadige overrompe
ling had. De Fransehen sprongen onwillekeurig op en hunne
sabels blonken reeds uit de schede; doch de persoon, die
zich zoo plotseling in hun gelag gemengd hadwas klaar
blijkelijk de meest ontstelde van het gezelschap. Op zijne
knieën vallende, riep hij: «genade, Senores, genade. Ik
ben uw arme dienaar José, de waard der venta, gelijk ge
u wel herinneren zult. Ik heb nooit iemand gedeerd en
houd veel van de dappere Franschen; genade Senores!"
Werkelijk herkenden zij ook aanstonds in hem den waard,
die hen twee dagen te voren zoo voortreffelijk bediend had,
en wiens afwezigheid hunne verwondering in zoo groote
mate gewekt had. Zijne plotselinge en onvrijwillige ver
schijning werd nu met een hartelijk lagchen begroet, en
het gezelschap deed hem met een groolen drinkbeker van
zijn eigen wijn bescheid, terwijl men hem van alle zijden
over de aanleiding van zijne verberging uitvroeg. José
scheen een tijd lang in groote verlegenheid om een bevre
digend antwoord op deze vragen te vindenop het laatst
gelukte het hem echter, de Franschen te doen gelooven,
dat hem, terwijl hij de grootste achting voor hunne natie
hadtoch ook tevens eene onbegrijpelijke vrees bevingtel
kens wanneer hij de krijgshaftige zonen van die natie zag;
daarom had hij 't, hoe ongaarne hij ook alles afstond wat zijn
huis opleverdevoor het verstandigste gehoudenzich voor
zijn persoou in de eenzaamheid af te zonderentotdat zij
zijne woning verlaten zouden hebben. De Franschen waren