van nictsTvist, 'twelk zijne uitstekende vrienden, de Franschen op eenigerlei wijze in gevaar kon brengen. Daarbij beriep hij zich op alle heiligen van den kalender, die bereid zouden zijn, de waarheid zijner bewering te bevestigen. Zijne ccden waren echter vruchteloos. Kapitein Dubois leverde hem in handen van twee zijner liedendie met zijne bewa king belast werden en ging weder zitten om op zijn gemak onder een glas wijn zijne cigaar uit te rooken. Toen het uitstel half om was, vorderde hij zijnen gevangene nogmaals ter bekentenis opdoch deze gaf op nieuw het vorige ant woord. Zonder zich te verwaardigen hierop iets te zeggen keerde zich de Kapitein omen gelastte hij zijnen trompetter appèl te blazen dewijl verscheiden zijner manschappen zich naar huiten den weg op begeven hadden. Tien minuten waren er verloopenToen hij zich andermaal lot zijnen ge vangene wenddeen daar hij op nieuw hetzelfde antwoord ontving, beval hij den bewakers, dat zij hunnen man binden en wegvoeren zouden. Dit geschiedde oogenhlikkelijken de arme José zag, op den drempel zijner woning staande, de voorbereidingen voor de voltrekking van zijn doodvonnis makende strik hing reeds aan den boomonder welks vriendelijke schaduw hij zoo dikwerf gezeten, en den gasten zijner kleine herberg de glazen gevuld had. Nu begaf hem de moed, dien hij zoo lang gehouden had. «Genade senor 1" riep hij uit; «spaar mijn leven, en gij zult alles vernemen." Ik verwachtte wéldat de bekentenis komen zouant woordde de Kapitein koelljes. Hij was niet voornemens geweest het vonnis te doen vol trekken, en verheugde er zich dus zoo veel te meer over, dat de waard tot bekentenis kwam. «Zult gij mijn leven sparen, zoo ik alles beken?" smeekte de waard. ik zal u niet laten ophangen, indien gij eene openhartige en uitvoerige bekentenis aflegt; mogt gij echter trachten, mij het minste of geringste te verzwijgendan kom ik er

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1856 | | pagina 200