117
blikkelijk nadat de Fransehen twee dagen geleden uit het
gezigt geweest warende onvoorziglige woorden van den
Sergeant, betreffende den lijd van hunne terugkomst door een
bode aan den Empecinado had doen melden, wél overtuigd,
dat deze met blijdschap de gelegenheid zou aangrijpenom
den troep te vernietigen.
Nadat hij deze meédeeling met de grootste oplettendheid
tot het einde toe aangehoord had, vroeg Kapitein Dubois:
«De heide verspieders, waarvan gij spreekt, zijn dus in
de korenschuur verborgen?"
o Ja, senbr."
De Officier beval nu, dat José hem oogenhlikkelijk naar
dat gehouw vergezellen zou, terwijl hij tevens aan twee
zijner manschappen gelastte den waard scherp in 'l oog te
houden het gelukte den dragonders de schuur te omsingelen
alvorens nog de belegerden wisten, dat zij verraden waren.
Zelfs nadat de Soldaten de schuurdeur binnengegaan waren,
beschouwden de opgespoorden hen nog als ledige rondslen-
teraars, en zij bleven stil en onbewegelijk in hunne schuilplaats
verborgen. Eerst toen de waard hunnen schuilhoek aan
wees en men hen greep en voor den dag haaldededen zij
eene poging om tegenstand te bieden en te vlugten. Het
was echter te laat na eene kortstondige worsteling werden
zij overweldigd J gebonden en naar de venta gevoerd. Hierop
volgde een kortstondig onderzoek, waarin Kapitein Dubois te
vergeefs trachtte de getrouwe Guerilla's over te halen
iets omtrent hunnen chef te bekennen. Zij bleven stam
of beantwoordden zijné vragen nu eens met verschrikkelijke
vervloekingendan weder met voorwendselsdie zoo klaar
blijkelijk logenachlig waren, dat de regter, daar hij het
vergeefsche zijner dreigementen en beloften inzag en zijne
aandacht op hel bedenkelijke van zijn toestand in het reeds
ver gevorderde uur vestigde, het bevel gaf, de Guerilla's
op de plaats te brengenen nu den waard bij zich ontbood.
Deze verscheen dadelijken beriep zich op de belofte hem
door den Kapitein gedaanterwijl eene gemaakte kalmte en