121
iilndien José waarheid spreekt, ben ik het; doch ik zou
meenen dat de mannendie naast hem knieleneven veel
vertrouwen verdienen
«Gij beklaagt u, dat gij gegrepen en gekneveld zijt.
Natuurlijk weet ge, dal uw leven zoo wel als uwe vrijheid
in mijne handen is. Ik heb echter ook de magt, het
eerste te sparen en u de laatste w7eder te geven en ik hen
overtuigddat u aan beiden veel gelegen is."
liet leven is den meesten menschen dierbaaren ik
wensch nog niet te sterven."
Zeg mij danhoeveel man onder uwe bevelen slaan
en voer mij naar de plaats, waar gij ze verborgen hebt. In
dat geval verbind ik mijop het eerewoord eens Franschmans
u ongedeerd te laten vertrekken.
Ofschoon koelbloedig en zijner gewaarwordingen meester
scheen Kapitein Dunois toch niet weinig verbolgen toen hij
zagmet welke onverschilligheid zijn aanbod opgenomen
werd. Met groole bedaardheid antwoordde de Spanjaard
<r- De Emprcintidu verraadt zijne makkers nimmer, en indien ik
degene ben van wien gij spreekt, dan is uw aanbod in
den wind gesproken. Ben ik echter niet die mandan weet
ik ook nietsen dan kan ik niets ophelderen."
Dan kome uw bloed over uw hoofdzeide de Fransch-
man, terwijl hij opstond om bevel te geven hem weg te leiden.
Verzoen u met God over vijf minuten moet gij sterven
Het was werkelijk Maktin Diez. Nadat hij verscheiden
uren op de plaats gewacht hadwaar de bode hem het
berigt van de venla brengen moest, en nu hij niets van
dezen zag noch hoordebegon hij te vreezenvan de gan-
sche buit tc moeten afzien. Inlusschenvast besloten
deze niet zoo ligtvaardig te laten ontsnappenwilde hij zelf
zich in boerengewaad van den stand der zaken overtuigen,
llij meende daarbij geen groot gevaar te loopen daar zijn
persoon den Franschen geheel onbekend wasen hij van
de zijde van José niet het minste verraad duchtte. De
uitslag was echter gelijk wij dien meedeelden.