129 De zon was eindelijk aan den gezigleinder opgegaantoen er weer beweging in de Guerilla's kwam. Zij voerden het paard van Dubois naar buitenen gelastten hem te volgen en op te stijgen. Hij was de hut uitgetreden, en deed eene poging om liet laatste bevel te volbrengenwaardoor zijne wond op nieuw begon te bloeden toen plotseling een ruiter toegereden kwam en bij de bende afsteeg. In de sterk ge- teekende gelaatstrekken en in de krachtige, gespierde ge stalte van den nieuw aangekomene meende Dubois een man te herkennen, dien hij meer gezien had: wanneer en waar echter, dit kon hij zich niet herinneren; ook waren zijne gedachten niet in staal zich daarmee lang bezig te houden. Zijne kleeding en wapening verschilden weinig van die der overige mannenalleen waren zij eenigzins rijker en zorg vuldiger bewerkthij droeg pistoolholsters aan den zadelknop alsmede een sabel en karabijn, en zijne geheele uitrusting was eenigzins krijgshaftiger. Na hen gegroet tc hebben vroeg hij hun, waar zij den Franschman opgeraapt hadden, en waarom zij dezen gelastten op te stijgen. Wij vonden hem hierwerwaarts hij zich gisteren 11a den slag voortgesleept heeft," antwoordde een groote, ge bruinde borstwiens donkere oogen als kolen gloeiden terwijl hij op zijn slagtoffer blikte; «wij zullen hem aan denzelfden hoorn opknoopenwaaraan zijne landslieden ver leden week mijn vader ophingen." «Maar ziet gij dan niet, dat hij ten hoogste nog een halven dag leven kan? Vroeg de andere. «Ook is het beter, dat hij te voet gaik heb u allen dringend voor gewigtiger diensten dan het begeleiden eens krijgsgevangenen noodig." «Houdt dan op", riep de eerste zijnen makkers toe, «en ik zal den Franschman het licht uitblazen." De groep trad uitéén en liet den man en zijn slagtoffer van aangezigt tot aangezigt, zes pas van elkaar verwijderd. Dij het verlalen der hut had men zijn schakot vergeten, en gelijk hij nu daar stond met ongedekten hoofde, den dood verwachtende, vielen de gloeijende stralen der morgenzon 9°

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1856 | | pagina 215