152 vreesselijk gekerm liet vallen. Diez liet hem daarop losen de hand des Guerilla's zonk krachteloos aan zijne zijde neder. «Nu, mijn vriend," zeide de Empecinado tot den Fransch- rnan, die bijna vijf minuten op den drempel der eeuwigheid gestaan en huiverig in den afgrond gestaard hadwelke vóór zijne voeten gaapte, «wat zal ik doen^ om u te die nen? Beschik over mij." Toen de laatste zijn gevoel meester geworden wasant woordde hij breng mij naar den naastbij zijnden post der Britten. Daar zal ik veilig zijn, en genezing voor mijne wonden vinden." «Maar daar zijt gij immers krijgsgevangenhervatte zijn regter. «Vertrouw u vooreerst aan mijne zorgen toe. Men zal alles voor u doen en uzoodra gij weder gaan kunt naar eenen post van uwe eigen troepen aan deze zijde der Pyreneeën brengen. Vrees deze mannen niet, voegde hij er bij, toen hij den mistrouwenden blik zag, dien Dubois op de hem omringende bende riglte. «Elk hunner zou zijn leven wagen voor de verdediging van den mandien de Empecinado zijn vriend noemt." Viva cl EmpecinadoViva el Franceseklonk het van alle zijden, en aldus werden de woorden van den Gucrilla- chef bevestigd. Dubois aarzelde niet langer zijn nieuwe en magtigc vriend bragt hem met alle teedere zorgdie zijn toestand vereischtcnaar cene pachlerswoningwaar men zich beijverde de wenschen van den Empecinado te vervullen. Nadat men de wonden van den Franschman verbonden en hem eene eenvoudige maar krachtige kost voorgezet hadbragt men hem in eene eenvoudigegemakkelijke kamer waar weldra een verkwikkende slaap de duistere beelden der laatste vier entwintig uren verdringen zou. Eer Dubois zich ter ruste begaf, hoorde Diez hem over de ligging van het slagveld en over den strijd uit, waarin zijn vader den voorgaanden dag gevallen vrasdaarop drukte bij hem de hand en verliet hem met de verzekeringdot bij volkomen rustig sluimeren kon, zonder iets te vreezen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1856 | | pagina 218