i u naar zijne laatste rustplaats gebragten ingevolge de ge bruiken der Roomsch-Katholieke kerkwaartoe hij behoord hadter aarde besteld. In den loop van een later gehouden gesprek bekende Diez zijnen gast, dat bij eene heilige gelofte van wraak aan den overledene gedaan had toen hij op dien aan gebeurtenissen zoo rijken avond gelukkig aan de kogels ontsnapt was. liet toeval echter had hem nimmer eene gunstige gelegenheid daartoe gegeven. De Franschman was sedert dien tijd steeds genoodzaakt geweestzich aan het hoofdkwartier op te hou den en indien deze al eens ergens elders heen gezonden werd, dan was telkens de opmerkzaamheid des Guerilla-cliefs door belangrijker zaken bezig gehouden; zoo doende hadden zij elkaar niet meer ontmoet, tot op het oogenblik, toen de Empecinado op het slagveld van Salamanca onder een hoop gesneuveldenin het bloedige lijk vóór zich, de krijgshaftige gestalte en de ernstige trekken zijns voormaligen vijands herkende. «Het spijt mij ook niet," zeide hij, dat de zaak zich niet anders toegedragen heeft. Hij is als een dapper en ridderlijk man gevallen, een lot, waarvoor geen krijgs man terugschrikt, terwijl mij zijn dood van mijnen eed ontslaat, en de rekening tusschen ons beiden sluit. Om uwentwil, jong menschverheugt het mij, dat het zich aldus toegedragen heeftofschoon hij mij twee mijner beste lieden ontroofden mij zclven naar het leven gestaan had.; ware het anders gegaan dan zou ik bezwaarlijk den zoon in vriendschap mijne hand kunnen bieden, die ik in het bloed zijns vaders gedoopt zou hebben." Gedurende de drie weken, welke Kapitein Dubois in de pachthoeve doorbragt, viel hem de zorgvuldigste verpleging die zijn toestand vorderde, ten deel. De Gucrilla-chef bragt veel tijd in zijn gezelschap door, en gedurende zijne tus- schenpoozende afwezigheden, welke zonder twijfel aan vijan delijke handelingen tegen de Franschen gewijd waren, had eene wacht van drie of vier zijner geschiktste en trouwste lieden voor de veiligheid zijns beschermelings te zorgen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1856 | | pagina 220