Langzamerhand vesligde zich eene zekere vertrouwelijke ver
houding tusschen den jongen Franschman en den woesten
Spanjaard. Reeds menigmaal had de eerste den wensch ge
uit om met het avontuurlijk leven en drijven der Guerilla's
bekend gemaakt te wordenen eenige episoden uit de ge
schiedenis zijns gastheers te mogen vernemen. De Empecinado
toonde aanvankelijk niet veel lust om dezen wensch te be
vredigen want elk pralen op grootsche daden stiet hem
tegen de borst. Dubois echter toonde eene zoo levendige
belangstelling in zijn loten zinspeelde bovendien met
zoo veel aandrang op eene gebeurtenis, waaraan een hem
hekend Officier deel genomen haddat de Guerilla eindelijk
toegaf, en de bedoelde geschiedenis verhaalde.
Op de noordelijke grens van Oud-Castilië, acht of tien
mijlen van Burgos, verheft zich een berg van eigenaardigen
vorm uit de vlakte. Hij is aan alle zijdenbehalve aan den
zuidkant gemakkelijk te beklimmen. Hier echter stijgt de
rots tot eene hoogte van tweeehonderd el steil in de hoogte
en vormt een bijna loodregten muur, van boven tot onder
uit slechts één gladden onvruchtbaren steen gevormdzoodat
eenig voorwerp, vanboven afgeworpen, ongehinderd in den
afgrond rolt. Iloog in de lucht verheft zich weder eene
andere rotsdieindien zij door wrater omringd ware
een schiereiland zou genoemd kunnen worden. Zij is on
geveer twee el breed en beeft ook bijna dezelfde lengte,
terwijl zij met de hoofdrots om zoo te zeggen door eene
landengte van denzelfden grondstof verbonden is. Aan alle
overige zijden is de berg met olijven en andere hoornen tot
digt bij de spits begroeid; de bovenste vlakte heeft eene
uitgebreidheid van ongeveer twee bunder en grenst ten
zuiden aan de pasbcdoelde duivelsrots."
Op een schoonen voormiddag in de lente van 1810 zat
de Empecinado op deze bergvlakteweinige passen van den
rand des bergs, juist tegenover de duivelsrots, terwijl hij
met zijn verrekijker opmerkzaam een weg gadesloegdie
tusschen de omgelegen heuvels door, langs den voet des