156
bergs voerdewaarop hij gezeten was. Ilij had door zijne
verspieders het berigl ontvangendat dien dag een groot con-
vooi van geld en wapens, voor de Fransche troepen bestemd,
daar voorbij zou komen en daar hij de magt der Guerilla's
die op dat oogenblik onder zijne bevelen stonden, sterk ge
noeg achtte om eenen aanval te doenwaren bereids alle
beschikkingen tot dat einde genomen. Hij bad zijne lieden
op geschikte plaatsen gesteld, en t vergezeld door slechts
één Guerillahad hij den berg beklommenom de nadering
der verwachte buit gade te slaan.
Het verraad had echter zijne hand in 't spel. De voor
name fout in het militaire karakter van Diez wasdat hij
te snel en stout voortstreefde, en in het ergste geval te
veel op zijne persoonlijke dapperheid rekende, 'twclk hem
alle voorzigtigheids-maatregelen deed verzuimen, die het
beleid hen voorgeschreven zou hebbenen wier aanwen
ding zijnen moed volstrekt niet in een nadeelig licht zou
gesteld hebben. Daar hij, als gewoonlijk, zelfs niet in de
verte aan de mogelijkheid dachtdat zich in zijne bende
een verrader zou kunnen bevinden, maakte hij geen geheim
hoegenaamd uit het doel zijner maatregelenen reeds eenige
dagen te voren was het onder zijne lieden bekend, dat hij
in 't vroege morgenuur hoven op de rots op zijnen post
zijn wilde, terwijl zij op de hun aangewezen punten zijne
bevelen zouden afwachten. Onder zijne bende bevond zich
echter één Guerilla, die reeds vroeger Fransch geld ontvan
gen had, en die, bekoord door den prijs, dien de bevel
voerder der Keizerlijke troepen op het hoofd van Diez gezet
had, zich aangeboden had om zijnen argeloozen aanvoerder
den dood eens misdadigers toe te wijden. Deze gelegenheid
scheen hem nu toe gekomen te zijn. Hij wist zich, zonder
argwaan te wekken, met de Fransche overheid in verbinding
te stellenen eenige uren vóór 't opgaan der zon lag eene
kompagnie soldalendoor den verrader langs smalle berg
paden op de aangeduide plaats gebragt, in een digt begroei
den hollen weg aan den voet des bergs verborgentegenover