140 Ik zie, die aanblik bevalt u nietvoer Diez koelbloedig voort. Luister daarom aandachtig naar mijne woorden ik verlaat deze hoogte langs denzelfden weg, die er mij op voerde, of wel ik verlaat haar langs dezen korteren weg, en neem u tot gezelschap mede. Poet gij echter wat ik u gelasten zal, dan zal u geen haar gekrenkt worden. Voor eerst beveelt gij uwen liedendat zij allen regtsom-keert en front naar het bosch makenen dat zij allen hunne gewe ren afschieten." Welke zekerheid geeft ge mijdat gij uwe belofte vervullen zult, indien ik aan uw verlangen voldoe?" <c Als onderpand," zeide Diez, kan ik u slechts het woord geven van een mandie het nooit jegens vriend of vijand geschonden heeft. Welke andere keus rest u echter, dan op mij te vertrouwen? Dit schijnt u wel is waar niet erg te verheugen. Handel gelijk ik het verlangvoer hij met verheffing van stem voort, «of wij doen zamen den sprong." De Officier gehoorzaamde. De soldatenwier krijgstucht geen zoo hevig dwangmiddel behoefde als het gevaar, dat hunnen aanvoerder bedreigde, maakten op zijnen last de bevolen wending, en in de volgende seconden knalden de buksen. Gelast hun nuhunne wapens opéén te stapelenen zich honderd pas regts daarvan te verwijderen zeide Diez. Wederom werd hij gehoorzaamd. De soldalen legden hunne wapens in de grootste stilte neder, en trokken op den voor geschreven afstand terug. «Nog een woord," zeide de Empecinado. «Ben ik door een Spanjaard verraden «Ja," antwoordde de Frauschmandie in zijn hart den verrader verachtte, ofschoon hij van het verraad partij moest trekken; «door een medelid uwer bende." «Zijn naam?" vroeg Diez. Pedro Yelasca,' luidde het antwoord. «Hij verwacht mij aan de bron, bij welken de drie wegen te zamen loopen,

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1856 | | pagina 226