26
A. G. Grossiers, E. W. Pfeiffer, J. II. C. Godin, A. P.
W. Meis A. M, de Buck, II. J. C. Janssen en W. Godin;
bij het wapen der Kavalieriede Kadet II. K. E. Perié;
bij het wapen der Artillerie de lvadets II. W. Ketjen
T. J. A. van Zijll de Jong, T. Romswinckel en P. C. Lans;
bij het Korps der Genie en Sappeurs, de Kadets F. Kat,
A. J. II. van Kappen, J. K. Pluim Mentz, K. F. Caspersz,
VV. C. L. Ruys en M. C. van Daalen Wettep.s.
Bij Z. M. besluit van den 9<Ic" Augustus 1833 N°. 69
zijn, te rekenen van den lslc" September 1833 de volgende
Adelborsten 2'le kl. benoemd tot Adelborsten li!,! kl. bij de
Koninklijke Nederiandsche Marineals
J. F. van Kervel, J. II. Haakman, W. J. Adajis, A. F.
van Sucutelen, J. van Assen, A. Snoek, Jhr. G. A. Tindal,
L. C. IIoltzapffel C. J. M. Swaan P. E. Tegelberg,
J. Plantenga, II. E. Eijssel A. C. Raven en E. B. Bonn.
Bij betzelfde besluit is benoemd tot Aspirant-Ingenieur bij
de Marineen als zoodanig geplaatst bij 's Rijks werf te
Amsterdam, de Adelborst 2,lc kl. B. J. Tideman.
Overplaatsingen.
Bij onderscheiden Min. disp. zijn de volgende Kadets
overgeplaatstals
van het wapen der Artillerie bij dat der Infanterie, de
Kadet Q. \V. F. de Flines;
van het wapen der Artillerie bij dat der Kavalierie, de
Kadet C. L. A. Bert;
van bet wapen der Infanterie bij dat der Kavalierie, de
Kadet J. C. Wilbrenninck
van het wapen der Infanterie in Oosl-Indië bij dat der
Genie aldaar, de Kadet J. Kat.
Overplaatsing in een liooger Studie-Jaar
De Kadet der Genie J. F. II. Boonacker, die tijdens het
examen van overgang in 1854. wegens ziekte met verlof
afwezig washeeft na zijne terugkomst van verlof aan de