van zelve gelukkig voortvloeiende uit innige belangstelling
in de gewigtige zaaknoodig was om zich de vermeerde"
ring van bezigheden, lasten en zorgen te getroosten, die
noodwendig uit de vereeniging voortsproot en geenerlei be
looning meêbragt. Die vermeerdering van bezighedenlasten
en zorgen was schier voor het geheele personeel voelbaar;
zij was dit vooral in den beginne in groote mate, en of
schoon zij het later voor sommigen minder geworden is
omdat men gaande weg in de behoefte aan meerder personeel
voorzagtoch is zij voor velen nog zeer voelbaar gebleven.
Niettemin heeft iedereen zich dit met de grootste bereidwil
ligheid getroost, omdat iedereen doordrongen was van de
overtuiging, dat het pligt was al het mogelijke te doen, om
de tot stand gebragte vereeniging aan het doel te doen be
antwoorden. Wij vragen het gerustelijk aan alle Marine
makkers, die wij het genoegen hadden bij de Akademie te
leeren kennen, of het hier gezegde al dan niet waar is; en
wij voeren dit volstrekt niet aan om de verdiensten van
het personeel op te vijzelen: immers het was niets anders
dan de vervulling van eene natuurlijke pligt, welke des te
gemakkelijker vielomdat zij door warme belangstelling on
dersteund werd; - maar wij voeren het aan, om eeniger-
mate te doen uitkomen, dat men althans niet uit baatzucht
op de vereeniging gesteld was, en dat men evenmin uit
baatzucht tegen de scheiding is. De diensten, door de Aka
demie en haar personeel aan de Marine bewezen, zijn op
geenerlei wijze erkend geworden; wél hebben zich vele
stemmen doen hooren, die hare grieven tegen de vereeni-
ging verkondigdenmaar geen enkele stem heeft daarbij
aan de vele diensten van het personeel regt doen wedervaren,
en de billijkheid had althans meêgebragt, dat men blijken gaf
die diensten op prijs te stellen en hare uitgestrektheid te
erkennen. Zelfs eischte dit de billijkheid al was men uit
beginsel tegen de vereeniging; misschien eischte zij het
daarom des te meer, ten minste volgens de begrippen, die
wij ons van billijkheid gevormd hebben.