5
vieldat men hel allereerst met het allernoodzakelijkste begon
nam hij den Februarij 1814 een besluit, waarbij de
oprigting bevolen werd eener Militaire School te Delft. Of
schoon deze inrigting van militair onderwijs de benaming
kreeg van Artillerie- en Genieschoolzoo was zij toch be
stemd tot de opleiding van Officieren voor alle wapens van
het leger en van Ingenieurs voor den Waterstaat, terwijl
kort na hare oprigting ook de vorming van Officieren voor
de Zcemagt aan haar werd toevertrouwdzoodat de Kadets
voor de Marine, den Scheepsbouw en het korps Mariniers
mede hunne opleiding te Delft ontvingen,
De Souvereine Vorst, later Koning Willem I, begreep te
regt, dat mannen, bestemd om eenmaal als Officier op te
treden, onverschillig bij welk wapen, mannen, die, een
maal tot den Officiersrang verhevenlangs den gcmakkelijkcn
weg der ancienneteit tot de hoogste rangen in het leger
konden opklimmen, dat zulke mannen eene wetenschap
pelijke vorming moesten ontvangen. Kiel alleen toch was
dit noodzakelijk om als Officier den beschaafden standwaartoe
zij behoorden eer aan te doenom dien dikwijls verguisden
stand in aanzien te verheffenmaar ook om de grondslagen
te leggen van die kundigheden, die in eiken bevelhebber
onontbeerlijk zijn; om het oordeel te ontwikkelen, dat zelfs
bij den meest begaafden man sluimeren blijft, wanneer het
niet door de studie wakker geschud wordten om aldus de
hoofdkracht van het leger, het oordeel der Officieren, zoo
danig te leiden dat daarvan voor den Staat de heilzaamste
vruchten te wachten waren. Aan het leger zelf moest de
overtuiging meegedeeld worden, dat het van aldus gevormde
Officieren veel meer en veel betere diensten te wachten had
dan van dezulken, die, alleen langs den praktischen weg
gevormd, hun gezigtskring weinig verder uitstrekten dan
op den reglementaircn afstand van de oogen omtrent vijf
tien passen vóór zich op den grond gevestigd."
Wij beweren hier geenszinsdat vóór de oprigting der
bedoelde Delflsche School alle Officieren van het leger een
1'