D
hel verdragentoch is er eene lange, zeer lange reeks van
jaren noodig geweestom die overtuiging in aller harten te
vestigen, cn ofschoon we thans met dankbare blijdschap
kunnen zeggen, dat de lijden van het dompersystcem voorbij
zijn, ofschoon het Officierskorps van het Nederlandsche leger
allengs meer tot dat standpunt van geestelijke en zedelijke
ontwikkeling genaderd isf waarop het zich bevinden moet
om met eere zijne roeping te vervullen; nog zijn niet
alle Officieren vreemd van de meeningdat een wetenschap
pelijk gevormd Officier, omdol hij wetenschappelijk is, voor
zijne bestemming niet deugt. Is dat nu nog het gevalhoe
veel te meer zal het zulks niet geweest zijntoen de be
schaving des geestes als iets nieuws bij het leger ingevoerd
moest worden; niet als eene uniform-verandering, die met
behulp van den meester kleermaker zeer gemakkelijk tot
stand komt, maar als eene herschepping van het wezen des
Officiersdoor hem zeiven ten koste van grootc inspanning
te wrochten. Er is voorwaar niet veel verbeeldingskracht
noodig omuit hetgeen wij in onze dagen te dien opzigte
nog zienop te maken hoe er toen geroepen werd n al die
geleerdheid is maar kwik
Dat het intusschen de ernstige bedoeling en het voortdurend
streven des Konings was, de nuttige wetenschap en daardoor
tevens de praktische kennis hij liet leger te doen verspreiden
blijkt ten duidelijkste uit de verbeteringendie schier met
ieder jaar in de Delftsehe School werden ingevoerd naar
gelang zij door de ondervinding werden voorgeschreven en
uit de uitbreidingen aan hare bestemming gegeven waarvan
wij hier om de wille der kortheid slechts de voornaamsten
zullen aanstippen.
De eerste uitbreiding bestond in het daaraan toevoegen
eener Rijschool en in de vermeerdering van het aantal Mi
litaire en Burgerlijke onderwijzers. Eene tweedewij hebben
haar reeds vermeld, was het vereenigen der opleiding van
de Kadets voor de Zeemagt met die der Landmagt, waarmed
andermaal eene noodwendige uitbreiding van personeel ge-