8 indien de bevordering daarvan niet afhankelijk was. Om nu de Officieren tot die examens te bekwamen, werden hunne studiën hij de korpsenwaar zij te dien einde in twee klassen verdeeld warenbehoorlijk geregeld en geleid. Ten einde het geheele onderwijs naauwkeurig gade te slaanwerden er Commission voor de studie bij de korpsen en cene Commissie van Inspectie over het Militair onderwijs ingesteld, wier werkkring reeds uit baren naam kan wor den afgeleid. Het strekke den Koning tot groote eer, die zoo onafge broken voortstreefde om het licht der kennis te doen door stralen in een chaos van duisternis, waarin slechts enkele, zeer schaarsche starren blonken. Het strekke hem tot eer, dat hij aldus der Landsdefensie een groolen steun gaf in de vorming van allendie in het leger eenen rang be kleedden en dat hij tevens daardoor den bestenden eenig- sten doeltreffcnden weg insloeg om het leger uit de verguizing op te beuren, die het in de schatting van menig burger droeg, eer.e verguizing, die vooral uit het gemis van be schaving en zedelijkheid voortsproot, dat in veel vroeger tijden den krijgsman kenmerkte. Het strekke hem des te meer tol eer, omdat zijne weldadige plannen niet overal die ondersteuning en medewerking vondenwelke zoo dringend noodzakelijk warenom het met milde hand gestrooide zaad vruchten te doen dragen. Hervormingen zijn altijd moeijelijk in te voerenelke verbetering heeft steeds en vooral bij onze Natie te kampen met de diep ingewortelde gehechtheid aan bet oude; maar geen enkele verbetering ontmoet welligt zoo veel hinderpalen op haren weg als diegene, welke de verlichting betreffen. En wat die hinderpalen vermogen, dat getuigt iedere lichtstraal. Zie hem van het oogenblik waarop hij de weldadige lichtbron verlaatdoor den Al- magtigen Schepper van het Heelal aan het uitspansel geplaatst, toen God in Zijne eindelooze liefde sprak: a daar zij licht!" Het geringste ondoorschijnend voorwerp is voldoende om den lichtstraal op te vangen, zijnen weg voor goed te ver-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1856 | | pagina 94