12
was de Regering er ernstig op uitde Militaire Akade-
mie weder in volle werking le brengen. Daar het ge
bouw te Bredawaar vroeger de Akademie was gevestigd
geweesthel aloude Kasteel door zoo vele oude berinneringen
vermaard, thans tot huisvesting der troepen gebruikt werd,
bestond aanvankelijk het plan de Akademie naar elders te
verplaatsen. Na rijpe overweging behield echter de gunstige
gelegenheid van hel Bredasebe Kasteel en de aldaar reeds
bestaan hebbende Inrigting de overhanden het behaagde
den Koning de ontruiming van dat gebouw door de troepen
te gelasten. Bij besluit van den 10'lc" Junij 1856 werd de
hervatting der Akademie-lessen aldaar tegen den lsten Novem
ber bevolenzoodat nu de Kadets der Genie en van den
Waterstaat, die nog te Medemblik waren te Breda kwamen
Dezelfde omstandigheden die aanleiding hadden gegeven
tot de schorsing der Akademie-lessen zoo wel als van het
onderwijs der Onderofficieren bij de korpsenhadden ten
gevolge, dat men na 1850 genoodzaakt was, ter aanvulling
van de openvallende Officiers-plaatsen de daartoe geschiktste
Onderofficieren voor te dragenzonder hen aan een examen
te onderwerpen.
Voordat echter de Akademie weder in werking kwamhad
het den Koning reeds behaagd, hij besluit van den 8stcn
September 1855 vast te stellen, dat liet onderwijs bij de
korpsen hervat zoude wordendat voortaan het 2llo-Luite-
naiits-examen weder verpligtend zoude wezenen dat de
Onderofficieren, die na dat besluit nog tol Officier aangesteld
mogten worden zonder eerst geëxamineerd te zijn het examen
van 2lle-Luilenant zouden moeten afleggen om lot den rang
van 1'"-Luitenant bevorderd te kunnen worden. Bij dat
zelfde besluit werd de vroeger gemaakte en niet nageleefde
bepaling, dat de 1'"-Luitenants der Infanterie en Kavallerie
een examen zouden moeten afleggen om den Kapiteinsrang
Wij hebben ons veroorloofd, tot de zamenstelling van dit historisch gedeelte van
ons opstel, herhaaldelijk gebruik te maken van de Almanakken dek Koninklijke
Militaire Ak.umuiib, Jaargang 1830 en 1838.