58 uithoek open kreeg toen als ware het plotseling de haven en de stad Quebec in dier gansche uitgestrektheid te aan schouwen,een blik, ter zelfde tijd vol bekoring en ont moediging; (.«want geen plaats,"" zegt Burke ««schijnt in bezit te wezen van grootere gaven der natuur, en ook geen is er, waarbij de natuur meer te rade is gegaan met de weerbaarheid.""Wolfe's eigen woorden aan Lord Hol- derness luidden: »»daér is wellicht de sterkste landstreek ter wereld, om er de verdediging van stad en kolonie op te grondvesten." De stad Quebec is gebouwd op en aan den voet van eenen rotsigen heuvelrugwelke in een voorgebergte uit loopt, ter plaatse waar de St. Charles aan den linker oever in de St, Laurens vloeit. Dit is ook het puntwaar de St. Laurens bij 't opzeilen voor 't eerst zich werkelijk ver- naauwt; want deze vorstelijke stroom is in zijnen vooraf- gaanden loop van ruim 500 mijlen lengtegerekend van de monding, nergens minder dan 20 tot 2b mijlen breed, terwijl hij door het eiland Orleans eigentlijk in tweeen wel beide aanzienlijke armen wordt verdeeld. Boven dit eiland vernaauwt de stroom zich echter plotseling, en bo ven de monding van de St. Charles zelfs zoo sterkdat de rivier vlak tegenover Quebec ter naauwernood ander halve mijl breedte heeft. In 1759 telde de plaatsin eene boven- en benedenstad verdeeld, ongeveer 7000 zielen, en pronkte met eene hoofdkerkeen bisschoppelijk paleis en andere statige gebouwenterwijl zij geheel behcerscht werd door 't kasteel St. Louishetwelk als citadel moest dienen. In fx'ont van de haven strekt zich eene aanzienlijke zand bank uit, zoodat men er niet beducht behoeft te wezen voor de onverhoedsche nadering of aanval eener vijandelijke scheepsmacht. Voorbij de stad blijven de rotsige hoogten waarop zij voor een gedeelte gebouwd issteil en soms zelfs vervaarlijk overhangend eenige uren ver langs de rivier voortloopenen dragen aldaar den naam van Abraham's Hoogten. In de tegengestelde rigting, van de monding der

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1857 | | pagina 100