BI nog vóór den middag verpletteren."Zonder eenig verwijl spoedde hij zich hierop langs de schipbrug over de St. Charles derwaartsmet zoo veel troepen als hij slechts eenigzins van elders sparen kon, in 't geheel trouwens niet meer dan 2000 man geregelde infanterieen met de Indianen en Kolonisten nog geen BOOO man. Ook YVolfe kon ongeveer een dergelijk aantal monsteren. De Franschen hadden drie kleine veldstukken bij ziehde Brittendie inmiddels een eind wegs in de richting van Quebec waren voortgerukt wegens gebrek aan transportmiddelen slechts één of twee. Ruiterij bezat geen der heide partijendoch het terrein waarop de Britten stonden, heheersehle dat der Fransehen. Te tien uren des morgens stonden de troepen wederzijds lol den aanval gereed; maar de Britten, die bovendien wegens kleine ravijnen en kreupelhout in front moeijelijk te naderen warenhestonden geheel uit geregelde troepenuitmuntend onder luchtvreesselijk in hunne geestvervoeringbezield door den trots over den bereids behaalden voorspoeden aangevoerd door een bevelhebber, dien zij met vol vertrou wen en met liefde gehoorzaamden. Montcalm die trouwens evenzeer in de toegenegenheid zijner onderhoorigen deelde, trachtte nog de Bougainville's afdeeling hij tijds aan zich te trekken, en spoorde den Gouverneur de Vaudreuil, die 110» met 1300 man het kamp hij Beauport bezet hield, bij her haling aan, zich onverwijld hij hem aan te sluiten, aange zien er aldaar geen gevaar te duchten stond; doch beide te vergeefs. Na bijna een uur lang een levendig schutgevaarte te hebben onderhoudenpoogde Montcalm de linker flank der Britten te doen omtrekken, doch ook hierin zag hij zich te leur gesteld, aangezien Wolfe onmiddellijk Townsiiend met het regiment Amherst naar die zijde liet oprukken en en potence scharen, terwijl hij later nog eene afdeeling Ko ninklijke Amerikanen aldaar deed post vatten. Wolfe zelf had zich geposteerd hij den rechter vleugel aan hel hoofd van Monckton's brigade, terwijl Murray's troepen den mid- denlocht vormden. Zijn tegenstander daarentegen bevond

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1857 | | pagina 113