u
adem uit. Slechts drie en dertig jaren was hij oudtoen
hij de Nelson van het Britsche leger, te midden van de
tijding der door hem behaalde zegepraal aan de zijnen
werd ontrukt
Niet minder eenen krijgsman waardig, was het uiteinde
van den wakkeren Montcalm. Herhaaldelijk gewond bij 't
herzamelen zijner voor een groot deel nog zoo weinig ge
oefende troepen, had ook hij het slagveld moeten ruimen,
en werd hij binnen Quebec zelve verpleegd. Alvorens rust
te nemen schreef hij echter nog eenen brief aan Generaal
Townshend (aan wien het opperbevel over 't Britsche leger
korps verbleven was, daar ook Monckton, inde long getrof
fen buiten gevecht gesteld was)ten einde voor de krijgs
gevangenen op eene heusche bejegening aan te dringen.
Toen vervolgens de heelmeester hem bekend maaktedat hij
nog slechts weinige uren te leven had, antwoordde hij kalm:
»»des te beter, want dan zal ik ten minsten de overgave
van Quebec niet beleven."" En voorzeker, dit denkbeeld
vooral moet onverdragelijk geweest zijn voor hemop wien
geruimen tijd met zoo veel recht de hoop van Nieuw-
Frankrijk gevestigd wasGeboren en opgevoed in leger
plaatsen had Montcalm toch eene zorgvuldige opleiding
genotenen was hij zoo wel bedreven in de taal van Ho
merus als in de kunst van oorlogvoeren. Ijverigrecht
vaardig, onbaatzuchtig, vertrouwend tot vermetelheid toe,
schrander in den raad, snel in uitvoering, als een Montcalm
zich roemen moglwas zijn geest eene milde bron van
stoute ontwerpen. Volhoudende bij honger en koude, bij
nachtwaken en Danaïden-arbeid, bezorgd voor zijne soldaten
onbekommerd voor zijn persoon, was hij zelfs voor de in 't
woudleven ervaren Roodhuiden een toonbeeld van zelfver
loochening en volhardingen ook te midden van de ver
dorvenheid van schraapzuchtige beambten bleet het algemeen
welzijn steeds zijn doel. Naauwelijks was hem zijn lot
aangezegd, of hij deed den krijgsraad bijéénkomen, en over
tuigde dezen datbij ernstigen wilde troepen binnen twaalf