64 Antwoord [met vrolijke haast); Ja wel mijnheer! zang recitatief, allegro con animo). «Dirk de eerste, Dirk de tweede, Ar! noudü {Pause). Dirk de derde, Dirk de vierde, Floris de eerste, Dirk de vijfde, Floris de tweede, Dirk de zesde, Floris de derde, Dirk de zevende, A! da!!! [Pause). Floris de vierde, Wil Ik stuit dien stortvloed, en doe mij zeiven de vernede rende bekentenis, dat ik niet in staat ben, die rijke opgave te verifit-'eren. Mogelijk is ze goed, mogelijk niet;ik weet bet nietmaar gelukkigerwijze is het mij vrij onverschillig. Ik heb mij dus overtuigddat bij met de opvolgende namen bekend is, en keer weder tot bet punt in kwestie terug; na lang tobben en scharrelen, komt bij tot bet resultaat, dat die twee heeren, hoegenaamd geen familie zijn, want dat de grootvader van Karei V een zeker Koning van Spanje Ferdinand, was, waar Karei de Stoute niets mede te maken had; terwijl hij op mijne vraag, of bij met een andere grootvader had, met een medelijdend glimlachje antwoordt «een mensch met twee grootvaders! Dat kan immers niet, mijnbeer!" (Geloof niet, dat ik u een gefantazeerd beeld teeken. Eens en vooral, wat ik u bier en in andere gedeelten van dit schrijven mededeel, is authentiek waar). Ik laat dus dit punt blijven; en om even uit te rusten van de moeite, die ik mij gegeven heb, om hem teregt te brengenlaat ik hem de reeks van de Graven nog maar eens opzingenwaar ik niet naar luister «Dirk de eerste, Dirk de tweede, Ar!noud Vraagt men nu of ik dien Aspirant daarom alleen zal afwijzen Neenzeker niet. Maar wanneer die zelfde vriend naderhand bij bet examen in de meetkunst al de stellingen trouw kan opzeggenmaar geheel en al van de wijs raakt als hij niet zelf de letters bij de figuren mag zettenzoo als ze in bet boek staanof geen weg weet met een gelijk- beenigen driehoekdie met zijn top naar onderen geteekend wordt; als bij al de steden en dorpen aan den Rijn, van den St. Gothard tot aan de zee, op eene aangename voijs kan

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1857 | | pagina 126