75 gebruikt hebben. Ofschoon wij gaarne bekennen moeten dat wij hier de meest in 't oog loopende voorbeelden hebben uitgezocht, verzekeren wij nogtans, dat de overige, wan neer zij zich ook al niet op zulk ecne schitterende wijze voordoen, aan innerlijk gehalte toch niet veel beter zijn. Buitendien sluit men in den loop van ieder examen menigmaal op antwoordendie men niet zoo zeer aan een bekrompen of slecht ontwikkeld oordeelmaar bepaald aan de onjuiste voorstelling van den onderwijzer moet toeschrijven. Indienbijv. allen hadden moeten afgekeurd worden die verklaarden, dat in ons land na Willem II, Jan en Cornelis de Witt aan het hoofd kwamen hoewel ze toch niet helder inzagen, hoe hel kwam, dat het land zoo in eens door een Burgemeester van Dordl werd geregeerdof die verklaar den dat de Pragmatieke Sanctie van Karei VI een verbond was, dat hij met de verschillende mogendheden van Europa sloot, en dergelijke puntenwaarover trouwens alleen gespro ken werd met hen, die overigens goed voldeden, dan waren er nog 50 pCt. meer doorgcvallen maar dal zou zijnde onwetendheid van den onderwijzer wreken op den leerling. Ofschoon wij in het bovenstaandeten gevolge van eigen ondervinding, meer bijzonder van het examen in de geschie denis gesproken hehbengeldt het alles ook onvoorwaardelijk van dat in de overige vakken. Hetzelfde gebrek aan ver stands-ontwikkeling doet zich ook daar nog veel te veel voor, en niet moeijelijk zou het zijn ook dat op de overtui gendste wijze aan te toonen. Doch genoeg, -wij hebben welligt reeds te veel plaats in dit Jaarboekje en te veel ge duld bij onze lezers gevergd voor de ontwikkeling van een denkbeeld waaromtrent wij eigentlijk gelooven dat ieder het met ons eens zal wezen. Het was dan ook niet zoo zeer ons doel, er de waarheid van te betoogenmaar alleen hebben wij willen aantoonenhoe gebrekkig het nog door velen wordt, toegepast, en hoe noodig het is, dat telkens, wanneer zich de gelegenheid daartoe aanbiedt, de grondregel

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1857 | | pagina 135