STOE TOT DENKEN.
Sedert ik met oordeel leesen ik moet de verne
derende bekentenis afleggendat ik al heel wat had afge
lezen eer het zoo ver kwam heb ik mij aangewend om
uittreksels van het gelezene te maken. Het kost wel moeite
juist de boeijendste Schrijvers leveren er den meesten stof
vooren wanneer men onder den wegslependen invloed hun
ner woorden iskan men bezwaarlijk besluiten om het boek
bedaard neer te leggen en de pen op te vattenmen wil
voortmen is verlangende om steeds verder en verder te
lezen. Die moeite wordt echter verligt door alsdan slechts
papiertjes als merkteekens bij die bladzijden te leggen welke
aanleiding tot uittreksels geven en zoo is het mij wel eens
enkele malen gebeurddat een boek van papiertjes wemelde,
even als het mij soms gebeurde, dat ik geen enkel papiertje
noodig had. Moest ik in het eerste geval ook veel schrij
ven, dat schrijven leverde toch ook zijn genot op; en
vooral wanneer het boek vergeten wasen ik snuffelde dan
nog eens in mijne uittreksels, dan verheugde ik mij over
mijnen arbeid.
Mijn schat is aldus steeds meer en meer aangegroeid
en was mij dikwijls nuttig, wanneer ik bij 't behandelen
van eenig onderwerp het oordeel van anderen daarover ver
nemen wilde. Mijne uittreksels behelzen nu eens denkbeelden,
die mij troffen óf door hunne waarheid, óf door de wijze,
waarop zij geuit zijn, óf enkele malen zelfs door hunne