78 â– uittreksels, althans een deel dcrgene die betrekking hebben op militaire onderwe pen (want voor alle zou ik een geheel boekdeel behoeven) te vertolkenen ze als stof tot denken aan mijne lezers aan te bieden. Onder die lezers zullen er toch wel zijn, die, vooral bij het overwegen van korte uit treksels, gaarne hunne gedachten nog eens over het gelezene laten gaan en ik vl^i mij met de hoopdat sommigen daarvan weldadige indrukken zullen ontvangen, die welligt lijdelijk door andere zaken en gedachten uitgewischt worden, doch niettemin ten slotte meewerken om het jeugdig krijgs- mans-gemoed te openen voor die deugden, welke het officiers- karakter moeten sierenwant daarop hebben de door mij geleverde uittreksels meest alle betrekking. Daar ik ze als stof tot denken wenschte te leveren, achtte ik het minder noodig ze eerst te ziften en te schikken; welligt wint de afwisselingdie toch ook bij de werking onzer gedachten zoo heilzaam iser bijdat ik ze bont dooreen gemengd laatzoo als het toeval ze uit mijne por tefeuille te voorschijn bragt. Misschien zal men er onder vindendie tegen elkaar aandruisehenen dus mij aan de beschuldiging van tegen strijdigheid blootstellen. Ik zou ze echter niet als stof tot denken beschouwenindien de lezer er niet over behoefde na te denken, en ze slechts als onwrikbare waarheden be hoefde te slikken. Inlusschen vertrouw ikdat toch ver reweg de meeste eene deugdelijke waarheid behelzenen dat ik mij niet bij alle door schoonschijnende woorden heb laten meeslepen. Men rekene het mij niet tot schuld aan van aldus anderen voor mij te hebben laten pratendaar ikhet is waar niets dan de denkbeelden van anderen opdisch. Zonder overdreven nederigheid wil ik volgaarne erkennen en toega ven, dat mijne stem gerust mag zwijgen voor die van hen, welke hier voor mij het woord voeren; bovendien de zetter verlangt slechts copij. Dat hunne woorden bij mijne vertolking soms verloren

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1857 | | pagina 140