88 barbaarscherbarmelijk! Het bestuur, dit heeft gevange nissen en koloniën van weldadigheid noodig hoe onmagtig Het leger,dit wordt uit armen en rijken aange vuld; het staat aan allen even veel aandeel toe in de eer om het land te verdedigen; het eiseht toewijding en trouw, het eert en oefent de zelfverloochening; het maakt de zucht tot orde, de krijgstucht, de onderwerping aan meerderen tot een eersten en dringenden pligt; kortom, het legt aan het krijgsmansgewaaddat om zoo te zeggen het tweede ge weten van den soldaat isbijzondere pliglen en gevoelens op: 't is eigendunkelijk, despotisch, en 't draagt het zegel van oude verachtelijke vooroordeelen Aldus beoordeelen de tegenwoordige hervormers de grootste zakenons door vroegere tijden nagelaten Napoleon die deze vervolgers van droombeelden aan 't werk gezien haden dievolgens zijne eigen uitdrukkingen Egypte verlaten had, om hun Frankrijk te ontrukken, beoordeelde hen juist toen hij zeide»de plannenmakers bekladden het papier met hunne utopieën, domoors lezen hunne droomerijën, men verspreidt zemen gelooft er aanhet algemeen wel zijn is in ieders monden spoedig daarna heeft het volk geen brood ziedaar de gewone vrucht van al die schoone theorieën. de Brialmont. Ten aanzien der Commissie van onderzoek, welke het bestuur voornemens was te benoemen om de organisatie van het Belgische leger te herzienbeweerde onlangs iemand in 't bijzijn van een der groole mannen van 't voormalig Keizerrijk, dat men waarschijnlijk in die Commissie een twintigtal specialiteiten zou vereenigen. "Twintig specialiteiten!" antwoordde deze; «ten tijde van Frankrijks grootheidna Tilsittzou de Keizer groote moeite gehad hebbenerin zijn rijk tien te vinden. Indien gij er twintig hebtdie de geschiktheid voor zulk een arbeid

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1857 | | pagina 150