93 mogt, waarvan de lijst onder zijne papieren was. De Hertog beloofde dit, en hield woord. De som bedroeg 1361 pr. thaler. YON WaCHIIOLTZ. Op een naclitmarsch van bo\'enbedoeld vrijkorps van Del- merhorst naar Iluntelbrück bewogen zich de uitgeputte, half slapende menschen en paarden werktuigelijk in eene lange colonne. Iedereen volgde stilzwijgend zijn voorman, stond stil wanneer deze stil hield, en bewoog zich verder wanneer deze voortschreed. Aan de spits reed de Kommandant von Sculümmer, door de slaap overweldigd, heen en weer wan kelend. Het vermoeide paard ging al langzamer en lang zamer, totdat het eindelijk, de sporen niet meer voelende, slaan bleef. Het volgende deed hetzelfde, en weldra stond de geheele colonne stil. Iedereen dacht, dat aan het hoofd der colonne eene hindernis was, welke den marsch ophield. Daarbij voegde zich de duisternis van den nacht, wutlke naauwelijks toeliet vijf pas vóór zich uit te zienook liet de engte van den damwaarover de colonne marscheerde niet toe, zich zijwaarts van deze te bewegen, en iedereen wachtte dus in doodsche stilte het verder voortschrijden af. Toen men echter ecnigen lijd halt gehouden had, en de vermoeidheid zich in deze rust nog meer deed gevoelen, zonk de een voor en de andere na op den weg nederen sluimerde in. In dezen toestand had de colonne een half uur doorgebragt, toen de Hertog, die, vooruitgereden, zich niet begrijpen kon dat hij niet gevolgd werd, terugkeerde. Tot zijne groote verwondering vond hij de colonne in slaap gedompeld. Aanstonds wekte hij de voorste soldaten schertste en lachte met enkelen hunner, terwijl hij hen bij hunne namen noemde, en zoo spoorde hij hen tot volharding en opgewektheid aan. VON WaCHIIOLTZ. Het komt mij voordal de militaire eerbewijzen niet willekeurig ingesteld ziju. Naar mijn oordeel zijn zij allen het symbool van 't een of ander.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1857 | | pagina 155