94 Een marscheerende troep ontmoet een anderen. Zoo lang zij in eikaars nabijheid zijnschouderen de soldaten het ge weer de tamboers slaande hoornblazers blazenom uit te drukkendat beide korpsen gereed zijn om elkaar broederlijk en van ganscher harte te ondersteunen. Wanneer de schildwacht het geweer voor een officier schoudert, schijnt hij te zeggen, dat hij tot zijne bevelen isen gereed om zijn wapen voor hem te gebruiken. Wanneer hij presenteert, drukt hij hiermee uit, dat hij zijn wapen als 't eigendom van den begroeten persoon be schouwten het alleen aan hem wil afstaan. Wanneer de officier voor eenen meerdere de punt zijner kling benedenwaarts neigt; dan zegt hij hiermee, dat hij uit ondergeschiktheid in diens tegenwoordigheid het bevel nederlegt. Als het vaandel zich neerwaarts buigtdan is dit het gansche regimentdat eerbiedig groet. Wanneer de tamboers hunne roffels slaan, of de trompet ters hunne fanfares blazen bij de nadering eens Generaals dan beduidt dit, dat het leger zich op zijn gezigt verheugt, en steeds bereid is om slag te leveren. Wanneer een officier begraven wordt, en zijne lijkkist met zijn zwaard versierd is dan beteekeut ditdat ook nu nog zijne ziel behagen schept in 't schitteren der wapens. Wanneer alsdan de soldaten het geweer verdekt dragen en de met rouwfloers omhulde trommen hunne doffe en lange roffels doen hooren; dan beduidt dit, dat de militaire magtwaarover de betreurde het bevel voerdemet hem ten grave schijnt te willen gaan. Wanneer vervolgens de soldaten bij zijn graf schieten dan wil dit niet volgens de heiligschenners zeggen, dat de glans van den krijgsman in rook verdwijntmaar weldat de mare der oorlogsdaden lot over het graf weergalmt. Amans-Alexis Monteil. Jiiet met de drie salvo'sdie over uw graf zullen wéér-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1857 | | pagina 156