97
In den looppas vooruitgezonden, beklimt de kompagnie
den heuvelen terwijl d'Hap.coup.t het eerst den top be
reikt, wordt hem het hoofd door een kogel verbrijzeld. Het
gevecht was hevig; aan eene zijde was de top des heuvels
bereikbaar langs een voetpad, door de jongste slagregens
diep uitgehold. Drie Zouaveneen foerier, een sergeant
Razin geheeten en een inlandsch korporaaleen Kabijl
sloegen dezen weg in. Op het punt van den kruin te be
reiken ziet zich de oude met het ridderkruis versierde
sergeant door den jongeren en vluggeren foerier voorbijgaan.
«Doe is hel, recruut, roept hij hem toe, maakt gij aan
spraak om mij vóór te gaan? Maak plaats voor uwen ou
deren en vlug wat."
De andere brengt aanstonds zijne hand aan zijn tulhand
en antwoordt onder dit militair eerbewijs: »'t is billijk;"
tevens maakt hij plaats.
Naauwelijks heeft Razin nog drie schreden gedaanof hij
valt dood ter aarde. De foerier snelt vooruiten een kogel
doet hem .naast den sergeant vallen. De Kabijl loopt op
hem toe: idraag Razin weg, roept de foerier, ik zal mij
zeiven wel redden," en terwijl de korporaal het lijk op zijne
schouders laadt, doodt hem plotseling een vijandelijke kogel.
Nu werpt zich de foerier op den ouden sergeant, neemt
hem het ridderkruis af, en ofschoon zwaar gewond, gelukt
het hem door de struiken te kruipen en het bataillon te
bereiken. Vervolgens het meêgebragte kruis aan den Kom-
mandant overhandigende, zeide hij: »gij ziet hel Majoor,
indien ik hem niet meêgehragt heb, dit komt doordien ik
zelf gewond hen; maar ik heb ten minste zijn kruis gered."
PlEItRE DE CiAST EL LANE.
Rij 't krieken van den dag, 's morgens om zes uur, kwam
de planton Kolonel Cavaignac verwittigendat sergeant
Stanislas hem wenschte te spreken. Wal mag die willen?
zei de Kolonel; laat hem boven komen.