99 soldaten doorgaans ook grooten haast om de Kabijlen te bereiken, ten einde buit te maken, en de veelvuldige spo ren, die wij in de rigling van het westen vonden, gaven te dezen opzigte goeden moed, Pierre de Castellane. Gedurende den nacht hadden wij een klein alarm; waren wij ook al ill een bevriend landonze vrienden waren niettemin stoute dieven twee paarden werden ons ontstolen. Volgens hunne gewoonte waren eenige stoutmoedige snaken geheel naakt en met vet ingesmeerd om lusschen de handen door te glijden van wie hen mogt grijpenals slangen kruipende tusschen onze tenten geslopen. In de nabijheid van twee mooije paarden gekomen snijden zij de lijnen doorspringen op hunne prooi en snellen in vollen ren weg, terwijl zij over alle hinderpalen heenspringen en zich op den hals van het paard voorover buigen om aan de kogels der vooruitgeschoven schildwachten te ontsnappen. Een andere dief was twee uur later minder gelukkig. De schildwachtdie de geweerrotten bewaakteontdekt al heen en weêr wandelend aan zijne regter zijde een struik laag palmhout. Een oogenblik later was de struik van plaats veranderd, en bevond zich nu aan zijne linker zijde. «Daar schuilt wat achter, denkt de schildwacht in zich zeiven; zonder iets te zeggen, en als merkte hij niets, zet hij zijne wandeling voort, en spant stilletjes zijn haan. De struik bewoog zich sleeds heel zachtjesen won allengs meer veld. Plotseling verheft hij zichspringt nader hijen een Kabijl werpt zich met een ponjert gewapend op den soldaat. 3Iaar deze drijft hem de bajonet in den buik. De steek was doo- delijk, en de levende struik stond niet weêr op. Pierre de Casteeeane. Met praktijk alleen, zonder grondige wetenschappelijke studie, mag men wettigt de loopgraven opwerpen; men zal echter daarmee niet den aanval cener vesting besturen. 2)ad aoancement in unb auéjet- bet Oieifje.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1857 | | pagina 161