101
Groole dienstijverzonder talent en bekwaamheden voert
tot pedanterie, eene erge plaag; van het mensclielijk ge
slacht; daardoor wordt meer kwaad dan goed gesticht. De
ondergeschikten worden dan gekweld en gemarteld met nut-
telooze en nietsheduidende zaken; zij worden door nietswaar
dige spelerijën ontmoedigd en uitgeputzij worden niet in
het innerlijke wezen hunner bestemming, maar in allerhande
uitwendige vormen ingeleid; wél voor het oog, maar niet
voor den krijg gevormd. Het zweetdat heet van hunne
voorhoofden druppelt, is hemeltergend, en klaagt niet slechts
hem aan, die het ontstaan deed, maar ook hem, waaraan
deze zijn rang verschuldigd is.
Eene bezonnen bedrijvigheid de gaaf om met de meest
verschillende menschen naar hunnen aard om te gaan, hen,
ondanks hen zelve en zonder dat zij er deu druk van ge
voelen, tol het doel te brengen en te vormen; dit is voor
iederen meerdere, die met vrucht werken wil, een dringend
vereisehte.
Idem.
Wij allen zien de voorwerpen die ons omringende per
sonen waarmee wij verkeeren de omstandigheden waaronder
wij leven, door de gekleurde glazen onzer eigenaardig
heid, en geven hun daardoor, wanneer wij ze beschrijven
en ontleden zuilenook de kleur dier glazen.
Idem.
Alleen van den goeden wil ontvangt de mensch zijne
waarde. Door straffen kan wel is waar de soldaat genood
zaakt worden om in zekere mate zijne pligten te vervullen;
hij zal echter niets buitengewoons verrigtente naauwer-
nood de meest gewone zaken volbrengenen zijn troep
aan vernietiging blootstellenwanneer de hem ingeprente
vrees voor zijne meerderen door toevallige invloeden verlamd
wordt. Is hij daarentegen door die meerderen met een
goeden geest bezield, en met een kraclitigen wil vervuld;