106 brood marscheeren van élape tot étape ongehinderd voort; maar de troep ook, die echter altijd eenige mijlen voorsprong heeft en behoudt, en dag en nacht regts en links van den weg gedetacheerd isnaar gelang zulks door de krijgs-om- standigheden geboden wordten alvorens het vleeschbestuur na- en aangekomen is, is voorlang reeds weêr de generale marsch geslagen. Idem. Beloon zoo veel gij wilt den dapperen onderofficier; geef hem eereteekens en toelagenmaar gewen hem niet den officiers-dragon als eene hem noodwendig toekomende er kenning van zijne diensten en verdiensten te beschouwen want om tot een bondteeken geregtigd te zijn dat de Ko ning met den jongsten Luitenant draagtwordt meer ver- eischtnamelijk dat de soldaat manmensch en ridder zij en dat hem de twee zedelijke orden sieren eergevoel en beschaving. Idem. Niet het welen is bet eerste vereischte van een bruikbaar officiermaar wel de geschiktheid en besluitvaardigheid tot handelen. Idem. Niet alleen op zich zeiven en zijne eigen vorming heeft de officier zijne onafgebroken aandacht te vestigenmaar ook op zijne ondergeschikten. Met hen leve hij, met hen boude hij zich bezig; hij zij hun vriend, hun onderwijzer en hun vader. Dat vordert eene grondige studie voor den officier, die bij den troep dient; hem blijft dan al zeer weinig tijd over om zich op de wetenschap van den veldheer toe te leggen want de geleerde hoogmoed moge het ge- Iooven of niet het is niet zoo gemakkelijk om een in alle opzigten bruikbaar gewoon officier te zijn. Idem.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1857 | | pagina 168