407 Verkeerde opvoeding is slechter dan volstrekt geen. De boom in de wildernis draagt wel is waar zelden edele vruchten toch schiet hij hoog en krachtig op, en wordt een scheepsmast, of wel zijn hout verwarmt den kagclielsteeds vervult hij zijne bestemming. Wat echter moet er van den altijd voor storm en sneeuw beschutten zwakkeling komenwanneer eene onzinnige behandeling zijne sappen zijn merg en zijne kracht doodt. Idem. Voor de niet-militaire jeugd mag geleerdheid het voor naamste zijn in onzen stand komt het vooral aan op de ontwikkeling van het gezond verstand en van den praktischen zinop het aankweeken van een koenenonderncmenden geesten van al die eigenschappen en deugden die met het begrip van man en krijger wezentlijk verbonden zijn: daarin ligt de opvoeding van den krijgsman. De jongen moet flink worden naar ligchaam en zielzelfstandig in denken en handelen; hij moet loeren als man te leven, dan zal hij ook als man weten te sterven. Idem. Het is niet te loochenendat bij eene vereenigde opvoeding van velen, enkele individus te kort komen, en min of meer aan hun eigen lol zijn overgelaten. De trage en de beperkte volgen de versnelde marschen hunner makkers als armzalige achterblijvers slechts in de verte na; wie van nature baat zuchtig is, voelt zijn gemoed dikwerf in bitterheid ontvlam men; wie ligt kwetsbaar is, wordt misschien boosaardig, en de bedachtzame schoolvosde phlegmalischc kleinigheids- kramer bedekt zich ongestoord met groenspaan en schimmel totdal hij een volkomen pedant geworden is. Doch wat doet dit er toeal mislukt er ook één enkele Toch rukt hel geheel snel voorwaarts, zonder de straftafels en ezelsbanken op het sleeptouw te nemen. De arend werpt die jongen uit het nestwier blik het zonlicht niet kan leeren verduren cn wat geen hoop geeft zijne bestemming te zullen vervullen

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1857 | | pagina 169