10S wat zich als geheel onbruikbaar voor onzen stand doet kennendat worde zonder genade en zoo schielijk mogelijk van de inrigling verwijderd aldus kunnen de Militaire Akademiën officieren voortbrengen, even deugdelijk als flink, zoo naar hel ligchaam als naar den geest. Idem. Omtrent de bevordering in lijd van vrede zeide Frederik de Groote bij zekere gelegenheid: Gedurende een langen vrede als de tegenwoordige die reeds meer dan twintig jaar geduurd heeft, kan de bevordering onmogelijk zoo snel voortschrijden als in oorlogstijd waarbij jaarlijks vier of vijf veldslagen geleverd worden. Maar komt het tot oorlog, dan zijn er hel eerste jaar dadelijk zoo veel officierendie Invalide worden en zoo velen die wegvallen dat de Hoofd officieren bij de regimenten weldra allen vernieuwd moeten worden. Indien dan de subalterne officieren niet als luitenant over hunne verpligtingen als kapitein, majoor en generaal hebben nagedacht, en zij komen bij de snelle bevordering tot die rangendan weten zij nietwat hun te doen staalen wat hun nieuwe stand meebrengt. Voor 'l overige weet ik weldat niet alle officiers bij het leger groote be kwaamheden bezittendaarom is bet ook overbodig zich met hen die geen aanleg hebbenveel moeite te geven des te meer echter met dezulkendie verstand en hoofd hebben en die eene voortreffelijke verwachting van zich ge ven. Daarom moeten de Inspecteurs mij deze opgeven en bekend maken." SDuê Sioancement in uni) audjer ber jjïeiije. De handelingen des bevelvoerders moeten zijnen onderge schikten de overtuiging geven van de voortreffelijkheid zijns karaktersvan zijne heldere inzigtenvan zijne billijkheid en van de veelvuldigheid zijner gezamenllijke persoonlijke eigenschappen. Daardoor verwerft hij de genegenheid en toewijding zijner minderen en aldus is zij een natuurlijk

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1857 | | pagina 170