121 Het is vooral noodzakelijkdat men den mensch niet naar gunstige of ongunstige vooroordeelenmaar alleen naar zijne daden beoordeeleen hem ook dien ten gevolge gebruike. Idem. Het zwaard, dat lang ongebruikt in de schede blijft, roest. Deze gelijkenis is ook op geheele legers toepasselijk, en op hen nog meer dan op den enkelen soldaat. Idem. Even als kortheid en bondigheid door duidelijke en klare begrippen voorafgegaan moeten worden zoo wordt ook tot verrassende daden een besluitvaardige geest vereischt. Idem. Om soldaten aan te voerenis het niet genoeg de épaulet te dragen; men moet ook met hen alle pliglen en moeiten van het krijgsmans-leven deelen. Max Caccia. Zich jegens anderen beklagen over hemdie u beleedigd heeftis niet eerlijkzulk eene klagte toch is inderdaad eene beschuldigingen elke beschuldiging eischt de moge lijkheid der verdediging. Degene echter, dien gij aldus builen zijn weten beschuldigtkan zich niet verdedigen bovendien kiest gij aldus meestal regters over hemdie tegen hem ingenomen zijn. Max Caccia. De meest te duchten tegenstanders van het leger zijn niet de vijandelijke kanonnen en bajonetten; ook niet de ontbe ringen en het ligchamelijk lijden in oorlogstijdwant deze alle kan men zegevierend door den roemzucht bestrijden en overwinnen. De venijnigste wond wordt het leger door het onregt en den ondank toegebragt, en het is even onreglvaardig als ondankbaar, het leger voor te stellen als ware het nog gelijk

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1857 | | pagina 183