126
zijne schuld erkent, maakt zich niet dikwijls schuldig. De
nederigheid, tot die erkenning vereischtstaat alleen hem
tegen, die er dikwijls zijne toevlugt toe moet nemen.
Longuet.
Order en tegen-order voeren tot wanorde.
Longuet.
Om eenen troep aan gehoorzaamheid te gewennenmoet
men nimmer een bevel herhalen; al wie tegen het ééns ge
geven hevel handelt, is strafbaar, wat ook zijn graad zij.
Longuet.
Wie bevelen wil, moet kunnen gehoorzamen. Men ver
nietigt zijn eigen gezag, door dat zijner meerderen niet te
achten.
Longuet.
Het is noodig, dat ieder in zijnen meerdere niet alleen
het gezag vinde dat beveelt, maar ook de magt die be
schermt, en de welwillendheid die steunt.
Blondel.
