Mijn Regiment ontving bevelzich met versnelde marschen derwaarts te spoedenhet slot te belegeren en de bezetting zonder toegevendheid over de kling te jagenindien zij weigeren mogt zich op genade of ongenade over te geven. Wij marscheerden afreeds dadelijk van de zegepraal over tuigd doch Kervegans hooge muren en nog meer het trot- sche aanzien der belegerden stemden weldra onze verwach tingen lager. De gewone opeisching tot de overgave was reeds ge daan; men beantwoordde haar met een vreesselijk salvo, dat ons vele braven kostte. De strijd, die tegen twee uren na den middag aangevangen wasduurde tot laat in den nacht voort. De verdedigers van Kervegan waren door borstweringen en muren goed gedektwij daarentegen stonden in het open veldoveral aan hun vuur blootgesteld. Onze verliezen waren derhalve ook driemaal zoo groot als die onzer te genpartij. Er werd een bivak betrokken, en bij den Kolonel een raad belegd. De muren van het slot te beklimmendit was wegens de breedte der gracht onmogelijk; slechts aan ééne zijdewaar de gracht in een tamelijk breed water uit liep, meende men door eene kleine uitvalsdeur binnen te kunnen dringen, daar deze gemakkelijk met bijlen openge broken kon worden. Hiertoe echter moest het te voren ge lukken de schildwachten te misleidenen booten te vinden, waarop men, door de duisternis verborgen, een tot de deur voerenden kleinen trap bereiken konwelks benedenste trede tot in het water reikte. Daarom werd beslotendat eene afdeeling van honderd man zou opbrekenen den schijn aannemen van een aanval op de noordzijde van het slot in 't schild te voerenzoo dra alsdan de duisternis invielzouden zij om het water heen trekkenwaartoe een omweg van eene halve mijl ver- eischt werden trachten aan de zuidzijde het bedoelde poortje te bereiken. 1*

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1857 | | pagina 65