s
minuten in eene tamelijk groote met fakkels verlichte zaal
vol met gewapende mannen. Ilun aanvoerder trad mij te
gemoet, en zeide: «geef u over; iedere tegenstand zou
vruchteloos zijn."
In plaats van te antwoorden, hief ik mijn pistool in de
hoogte, legde op hem aan, en schoot. Hij bukte zich, en
de kogel verbrijzelde een grooten spiegel; op hetzelfde
oogenblik werd mijn schot met een salvo beantwoorddat
drie mijner manschappen velde.
Ik trok nu mijn tweede pistool uit den gordel, doch had
geen tijd om te mikken; een kerel van cene herkulische
gestalte sprong op mij toe, en gaf mij zulk een slag op den
armdat mijn schot slechts de lijst der zoldering trof. Eer
ik tijd had om mijnen degen te trekken, werd ik op den
grond geworpen en gebonden. De aanvoerder trad nu naar
mij toeen zeide op beleefden toon
Geeft ge mij uw woord van eer, dat ge van iederen
tegenstand afziet?"
Ja!" antwoordde ik.
Op een gegeven teeken werden mijne kluisters dadelijk
los gemaakt.
Mijnheer!" zeide hij, age zijt op uw woord van eer
vrij Ge moet u van nu af als te huis op dit slot be
schouwen en ik hoopdat ge u met geduld in deze ver
blijfplaats schikken zult."
Hier zweeg hij, en glimlachte treurig. Uw verblijf,"
voegde hij er na eene korte poos bij, »zal niet van langen
duur zijn; wij hebben nog slechts voor acht dagen levens
middelen. Kruid hebben we gelukkigerwijs in overvloed
en wij zullen het tot het uiterste laten komen."
Hij zeide dit met zoo veel bedaardheid en zoo weinig op
hef, dat ik geheel uit het veld geslagen was.
Ik beschouwde de houding en de gelaatstrekken van den
man wat naauwkeuriger. Ilij kon ongeveer vijftig jaar oud
zijnhad eene middelbare lengteeen krachtigen en won-
derschoonen ligchaamsbouwzwart en min of meer grijs-