»Nu," sprak de Keizer, «wat wilt ge dan?" «Sire! Mijne moeder en mijne oudsle broeders zijn bij den Koningde naam van Kervegan zal dus niet bij den troon ontbreken en dat is alles wat noodig isik behoef daarvoor niet daar te zijn." «Werwaarts wilt gij dan gaan?" vroeg de Keizer. «Naar Elba, Sire; ik zou u gaarne de vergunning vragen, u te volgen." Een uitroep van verrassing ontsnapte den Keizeren half zacht mompelde hij «welk een man Naar het Hoogduilsch. J. C. J. K. 2

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1857 | | pagina 79