49
want voor die van anderen hebben wij een geheel anderen
maatstaf. Kijk maar eens rond, sla uwe vrienden en ken
nissen gade. Zijn die nu zoo heel verdienstelijk? Wel neen
immers; zij doen, wat zij doen moeten, en dan is het al
heel wel; sommige doen dat zelfs op zeer gebrekkige
wijze, en dan maken zij er nog een ophef van als of het
heel wat was. Maar gij zelf waarde lezer, en natuurlijk ik
ook, wij zijn daarvan uilgesloten. Niet alleen doen wij
beidenwat wc doen moeten op uitmuntende wijze en met
schitterenden uitslagmaar bovendien zijn onze verriglingcn
oneindig moeijclijker dan die van alle andere' menschen, en
ik beloof je, dat we heel wat doen, wat zoo strikt genomen
niet tot onze dagelijksche pliglen behoort, maar wat we
doen uit zucht om nuttig te zijnom ons verdienstelijk te
maken. En toch, wat baat het ons; hebt gij er nog ooit
iets door verworven? ik ook niet. Ja, 't is maar al te
waarmen miskent ons op cene gruwelijke wijzeen we
zijn wel dwaas van ons zoo verdienstelijk te maken.
Daar hebt ge Piet wat heeft hij zijn heele leven gedaan
Meêgeloopen ja, geëxerceerd als er geëxerceerd moest wor
den, zijne theorie opgezegd als het theorie was; inspeetie
gehouden als het bevolen werd; de taktische onderstellingen
die hem opgegeven werden, werkte hij nog niet ééns zelf uit,
maar draaide cr een knoop voor hij een jonger kameraad
die pas de Akademie verlaten haden dan pronkte hij met
de veêren van dezen. Nooit heb ik hem iets oorspronkelijks
voor den dag zien brengen, en onder ons gezegd, 't is in
zijn bovenkamer ook al ellendig gesteld. Toch moest de vent
bij de eerste vacature Adjudant wordenen nu hij zoo lelie
quelle zijn kader drilt, denkt hij al heel wat te zijn. Ge
zult het zien bij de eerste gelegenheid doet hij een lintje
op; want hij weet zich al heel wat bij zijnen chef op den
voorgrond te dringen, die zich ook al door het klatergoud
laat verblinden.
Maar gij en ik, waarde lezer, wij zijn heel andere kerels
dan Piet, en als wij eens chef zijn!