53 waaraan buitengewone omstandigheden" een open veld voor buitengewone vermogens verschaffen Nergens trouwens openbaart zich Wolfe's gemoedelijkheid eigenaardigerbekorender dan in de brieven aan zijne ou ders hoezeer deze ons misschien nog inniger boeijen door de levendige voorstelling van den langdurigen kampstrijd tusschen zijnen trek naar huisselijk genot aan eigen of ou derlijken haardeenen trek zoo geheel in samenslemming met zijn kwijnend gestel, en den vurigenonverzadelijken dorst naar roem en onderscheiding, blakende in zijnen echt rid derlijken heldengeest. Juist echter deze mengeling van het liefelijke met liet stoutevan eerzucht met kinderlijke ge hechtheid zet in onze oogeu aan zijn karakter eene eigen aardige bekoring hij. Het inspanning oefende hij zich middelerwijl in de verschillende takken der krijgsdienst, ten laatslen ook het vak zijner keus, en weldra verstond hij haar door en door. Buitendien bezat hijwal louter studie niet kan schenken, ijver, ondernemings-lust en vaardigheid, benevens een moed welke nooit voor gevaren terugdeinsde of legen verantwoordelijkheid opzag. Dat wankele gezond heid of zucht naar rust zoodanigen geest niet vermogten aan handen te leggen, mag trouwens ons Nederlanders niet bevreemden, die met zoo veel recht op eenen Willem III als onzen landgenoot kunnen roem dragen. In voldoening aan hunnen last verzamelden de Generaals Prideaux en JonNsox in de lente van 1759 hunne nog zoo ongeregelde strijdkrachten en rukten naar Niagara op doch sloegen eerst in 't midden van Julij het beleg voor de al daar aangelegde sterktewier aarden wallen in goeden slaat van tegenweer waren en door 600 man verdedigd werden. De plaats was naauwelijks ingesloten, of Prideaux sneuvelde door 't springen eener granaat uit een coehoorn-mortier maar Johnson die hem in afwachting van nadere hevelen in 't opperbevel opvolgde, onderscheidde zich door eene hooge mate van moed en overleg. Terwijl hij de loopgraven tegen 5

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1857 | | pagina 95